2004

2004

De Franse arts Jean-Paul Escande (1939-), dermatoloog en kankerspecialist in het Parijse Hôpital Cochin-Tarnier, die ook voorzitter was van de Franse antidopingscommissie haalde in een interview met de Franse krant 'Le Monde' zwaar uit:

"Ik ben verbitterd over de verklaringen van de plotse dood bij sporters. Het is onaanvaardbaar dat men beweert dat het hun lot was, dat het om natuurlijke doodsoorzaken gaat. Deze sterfgevallen zijn het gevolg van medicatie waarmee tijdens inspanningen gedopeerd wordt en die het organisme aanzienlijk veranderen. Waarom weigert men studies die de effecten van groeihormonen op het hart van de atleet onderzoeken? Omdat men het niet wil weten."

Dokter William Lowenstein (1954-), hoofd van de onderzoeksafdeling verslaving en behandeling in het Parijse Institut Baron-Maurice-de-Rothschild, die heel wat sporters onder zijn patiënten telde, stelde in het dagblad 'l'Humanité' het volgende:

"De met anabolica verbonden risico's op kanker en het risico op plotse dood die onlosmakelijk verbonden zijn met het gebruik met amfetamines, corticoïden, EPO en groeihormonen zijn goed gekend en worden door het vroege overlijden van meerdere sporters bewezen, evenals de psychische complicaties zoals aggresiviteit, grootheidswaanzin en delirium die met het merendeel van deze verbindingen samenhangen."

De Griekse journalist Philippos Syrigos (1948-2013) onderzocht heel wat dopinggevallen voor zijn krant 'Eleftherotypia'. Zo versloeg hij ondermeer het dopingschandaal van de Olympiërs Kostas Kenteris (1973-) en Katerina Thanou (1975-), maar schreef hij ook over het hooliganisme, de torenhoge schulden van ommige Griekse voetbalclubs en de deals die gepaard gingen met de Olympische Spelen van 2004 in Athene. Bij het verlaten van de studio's van radio Sport FM in Kallithea, Athene in oktober 2004 sloegen drie gemaskerde mannen hem met ijzeren staven in elkaar. Syrigos werd in allerijl naar het ziekenhuis gevoerd waar hij met spoed geopereerd werd, maar zijn aanvallers werden nooit gevat. Syrigos overleed op 65-jarige leeftiijd aan kanker.

Doping in de DDR

Dank zij het niet aflatend onderzoek van Brigitte Berendonk (1942-) en haar man Professor Werner Franke (1940-) werden de Oost-Duitse dopinggeheimen langzaam ontrafeld. Uit 150 documenten bleek dat sommige atleten reeds op 14-jarige leeftijd doping kregen toegediend. Uit de opgedoken documenten bleek ook dat alles zorgvuldig genoteerd en bijgehouden werd. 

Hierboven een trendgrafiek uit 1968 van een vrouwelijke kogelstoter. De volle lijn geeft de afstand aan van haar worpen, het blokje onderaan is de periode waarin ze Oral-Turinabol kreeg toegediend, maar ook de dosis wordt vermeld. De grafiek laat er geen twijfels over bestaan, vanaf het ogenblik dat ze de anabole steroïde moest slikken stegen haar prestaties fenomenaal.
 
De Stasi controleerde het hele gebeuren. Sportarts Manfred Höppner (1934-), die verantwoordelijk was voor het project, moest het regelmatig rapporteren:

“Opmerkelijke toename van prestaties werden eveneens in de zwemwedstrijden bij de vrouwen genoteerd... Uit onze ervaringen tot nu toe kan men concluderen dat vrouwen qua sportprestaties het grootste voordeel halen uit de behandelingen met anabole hormonen ... Het prestatiebevorderend effect is opvallend hoog na de eerste toediening van anabole hormonen, vooral bij junior atleten.”

Na deze ontdekking mochten de meisjes zich in de bijzondere interesse van dopingartsen verheugen. Daarbij ging het niet alleen om Oral-Turinabol, de Oost Duitsers gebruikten ook testosteron, amfetamine, methyl-DHT of mestanolone en nog een paar anabolica die je niet vlug op de zwarte markt zult vinden. Mestanolone en Oral-Turinabol waren de belangrijkste middelen. Oral-Turinabol was een spieropbouwer, mestanolone diende vooral om de kracht en de agressie te verhogen, reden waarom ook volleybalspeelsters, handbalspeelsters en turnsters die pillen moesten slikken. Nochtans was het product op dat ogenblik enkel beschikbaar voor experimenten van het onderzoekscentrum ZIMET en was het nog niet voor menselijke consumptie goedgekeurd, laat staan dat men er klinische studies Fase 1 mee gedaan had. In de loop der jaren verhoogden de doseringen enorm. Bij de zwaargewichten slikten mannelijke gewichtheffers wekelijks meer dan tien gram. In 1979 nam een niet genoemde gewichtheffer 11,55 g Oral-Turinabol en kreeg hij daar bovenop dertien injecties met testosteron en hCG. De Duitsers ontdekten vrij vlug dat de atleten steeds hogere doseringen nodig hadden om nog meer vooruitgang te boeken. Toen begin van de jaren tachtig duidelijk werd dat de dopingjagers testen ontwikkelden waarmee men anabolen kon opsporen, moest het Oost-Duitse apparaat op zoek naar nieuwe technieken. Zo experimenteerden ze met DHEA en androstenedione, maar ook met cocktails van testosteronpropionaat en epitestosteronpropionaat. Exogeen testosteron was niet opspoorbaar, om het te vinden moest men de verhouding testosteron/epitestosteron of de T/E ratio meten. Zolang de testosteronconcentratie niet zes keer hoger lag dan die van epitestosteron was er niets aan de hand. Op zeker ogenblik ontdekten de Oost-Duitsers dat een mengsel van Clomid en hCG geen invloed had op de T/E-ratio. De populaire cocktail van 100 mg testosteronpropionaat en 1500 eenheden hCG was vanaf dat ogenblik een voldongen feit. Er kwamen ontzettend veel bijwerkingen voor, vooral bij vrouwen was het leed soms niet te overzien. De later veroordeelde sportartsen trachtten hun overheid te overtuigen om aan vrouwen geen anabolica meer te geven, maar dat verzoek werd telkens opnieuw afgewezen. Dit alles is het meest schokkende in het verslag van Berendonk en Franke. Uit de rapporten over de DDR-doping bleek duidelijk dat zelfs ‘milde’ nevenwerkingen het leven van een jonge atleet konden beïnvloeden. Overmatiger beharing en ‘steroïde acne’, vooral op het lichaam, waren voor jonge vrouwen ernstige fysische en psychologische problemen, vooral omdat deze effecten onomkeerbaar waren. Als voorbeeld haalde men een wereldrecordhoudster bij de junioren aan, die zich bij Höppner aandiende met een lichte gastro-enteritis. Nadat ze zich had uitgekleed ontdekte de sportarts de bizarre nevenwerkingen van Oral-Turinabol. In een uitgebreid rapport aan de Stasi, beschreef hij zijn shock:

“Haar benen met inbegrip van het binnenste deel van de dij zijn sterk behaard en het schaamhaar strekt zich reeds uit tot aan de navel. Noodgedwongen moet ze zich scheren. Vervolgens heb ik verschillende keren met haar gepraat, want volgens het goedgekeurd programma had ze pas vanaf vorig jaar anabolica moeten krijgen. Vrij vlug werd duidelijk dat haar coach haar deze ondersteunende middelen al vanaf haar vijftiende toediende. Aanvankelijk werd haar uitgelegd dat ze vitaminetabletten slikte. Toen ze de veranderingen van haar lichaam merkte, begreep ze echter dat het anabole steroïden waren. ... Omwille van deze omstandigheden had ze reeds besloten om met prestatiesport te kappen….”

Volgens Höppner's verslagen aan de Stasi gebruikten atleten met een kapotte lever de anabole steroïden veel te veel of veel te lang, namen de vrouwen contraceptiepillen en dronken de mannen veel te veel alcohol.

“...tien topsporters werden voor hospitalisatie doorverwezen en ondergingen uitgebreide diagnostische tests. De testresultaten gaven aan dat er door het toenemend alcoholgebruik van sommige topsporters, gecombineerd met de inname van anabole steroïden, leverschade was opgetreden, bij sommigen zelfs met een aanzienlijke vergroting van het orgaan (hepatomegalie). Bij de vrouwelijke atleten worden deze schadelijke effecten door de contraceptie bovendien verergerd. Bij twee geteste atleten was de leverbeschadiging zo ver gevorderd dat het onverantwoord was om ze nog op hoog niveau te laten verder sporten.”

Tot twee keer toe vermeldden Franke en Berendonk dat er in Oost-Duitsland een zwarte markt voor anabolen bestond. Heel wat atleten en coaches wilden liefst nog meer anabolica gebruiken dan wat de sportartsen hen gaven. Een deel van de afnemers op de zwarte markt bestond uit kinderen tussen negen en twaalf jaar die topsporter wilden worden. In 1983 onderzocht de Stasi zelfs een 'lek' binnen de Oost-Duitse hormoonfabrikant Jenapharm, toen de leiders van het dopingproject opvallend veel epitestosteron vonden in de urine van atleten die officieel geen doping kregen. Binnen Jenapharm bleek iemand de preparaten op de zwarte markt te verkopen.

Katharina Bullin (1959-) van het nationaal volleybalteam van de DDR, was ook een van de vele slachtoffers van het systeem. Ook zij kreeg zonder verdere uitleg door de sportartsen prestatiebevorderende middelen toegediend, deels in de vorm van een dieet en deels in de vorm van tabletten en spuiten. Op 13-jarige leeftijd werd ze in de Sportsysteem van de DDR opgenomen, twee jaar later maakte ze al deel uit van de nationale ploeg. Op de Olympiade van 1980 in Moskou speelde ze de vijf wedstrijden en won ze zilver met haar ploeg. Na de Spelen lieten de Oost-Duitse sportambtenaren haar plots vallen, omdat ze door een schouderblessure niet fit genoeg meer zou zijn voor topsport. Daardoor belandde ze in een emotionele crisis, ze raakte verslaafd aan alcohol en pillen, kreeg boulemie maar herpakte zich tijdig en bouwde een nieuw leven op. Ze leed echter onder de gevolgen van de voormalige dopingbehandelingen. Ondanks twaalf operaties had ze steeds chronische pijn, haar lichaam was vermannelijkt en ze moest verder trainen om een minimale mobiliteit te behouden. Fysiek gebroken door de toegediende doping kampte ze ook met financiële problemen. Bullin bestudeerde de vrijgekomen Stasi documenten, want om voor een financiële compensatie in aanmerking te komen moesten de atleten zelf bewijzen leveren. In 2002 ontplofte voor de 43-jarige Katharina Bullin een persoonlijke tijdbom toen ze eindelijk het bewijs vond dat ze een dopingslachtoffer was. Nadat het compensatiefonds haar uitbetaalde vond ze een beetje vrede voor het aangedane leed.

American Football

De Amerikaan Ricky Williams (1977-), running back bij de Baltimore Ravens in de National Football League, testte positief op marihuana en gezien het al de tweede keer was kreeg hij vier wedstrijden schorsing en een boete van 650.000 dollar. Toen er in augustus 2004 geruchten over een derde positieve controle opdoken, kapte hij met de sport.

De Amerikaanse footballspeler David Byron Boston (1978-), wide receiver bij de Miami Dolphins, testte voor aanvang van het seizoen 2004 positief op anabole steroïden, wat hem vier wedstrijden schorsing opleverde. Nadat hij bij de Tampa Bay Buccaneers getekend had werd hij in september 2007 aangehouden voor rijden onder invloed. Dezelfde maand nog werd hij opnieuw gearresteerd, dit keer voor het gebruik van het bodybuilders hormoon gHB en vloog hij bij Tampa aan de deur.

Atletiek

“Iedereen kent wel iemand die alles, maar dan ook alles wil slikken om het Olympisch team te halen,” zei Darren De Reuck, een atletiektrainer uit Boulder, Colorado, die ook zijn eigen vrouw Coleen begeleidde. Zij was Amerikaans marathonkampioene.

“Het maakt niet uit hoe vreemd of hoe maf het klinkt. Stoeien met genen is er net zo over als al het andere dat ik ooit hoorde. Ik ben er dus zeker van dat sommige mensen denken dat het de moeite loont om het ook eens te proberen.”

De Oekrainse sprintster Schanna Tarnopolska (1972-) huwde met haar Amerikaanse trainer en manager Mark Block. In 2004 werd ze vernoemd als cliënte van dopingleverancier BALCO en in 2011 kreeg ze een schorsing met terugwerkende kracht voor de seizoenen 2002 en 2003 met annulatie van alle behaalde resultaten. Zo verloor ze het goud van de 60m op het WK indoor van 2003 in Bimingham en het zilver van de 100m op het WK van datzelfde jaar in Parijs. Haar man Mark Block bleek verwikkeld in het BALCO-dossier en werd tien jaar geschorst.

Met een sprong van 7m82 won de Brit Jonathan Moore (1984-) het verspringen won op de atletiekmeting in het Belgische Merksem. Na afloop bleek dat hij aan de cannabis had gezeten. Hij kwam er vanaf met de waarschuwing dat een volgende inbreuk hem twee jaar schorsing zou kosten.

De Amerikaanse verspringer Erick Walder (1971-) leverde een positieve plas af tijdens de Adidas Oregon Track Classic. Hij werd twee jaar geschorst .

De Russische kogelstootster Irina Khudoroshkina (1968-) testte positief en mocht twee jaar vanop de zijlijn toekijken.

In maart won de Oekraïnse kogelstootster Wita Pawlysch (1969-) het WK indoor in Boedapest. Na afloop testte ze echter positief op Stanazolol en omdat ze daar in 1999 na het goud van de WK indoor in het Japanse Maebashi ook al eens op betrapt was, werd ze nu samen met haar trainer Oledsandr Bahatsch (1966-) levenslang geschorst. Bahatsch was als kogelstoter in 1989 en 2000 ook tegen de lamp gelopen.

Autorennen

Volgens de Italiaanse arts Benigno Bartoletti (1936-2017), die van 1972 tot 1992 de Ferrari-Teams begeleidde en van 1988 tot 1993 voetbalclub Juventus Turijn, zat iedere derde Formule-1 piloot en quasi iedere renner uit het motorcircuit aan de cocaïne. Het product gaf de piloten negentig minuten het gevoel almachtig te zijn en in die tijdspanne waren hun reacties ook sneller. Duurde de wedstrijd langer dan verhoogde het risico op ongevallen omdat het product uitgewerkt was en er concentratieverlies optrad

De Amerikaanse autorenner Kevin Grubb (1978-2009) was actief in de NASCAR competitie en testte in maart positief op verboden middelen. Hij werd meteen geschorst, maar mocht twee jaar later herbeginnen op voorwaarde dat de NASCAR administratie hem onaangekondigd mocht controleren. Grubb aanvaardde die voorwaarde, maar in september 2006 weigerde hij de controle na een crash op het circuit, wat hem een levenslange schorsing opleverde. ’s Anderendaags kwam hij terug op zijn weigering met het smoesje dat hij door het ongeval en de daarmee gepaard gaande hersenschudding niet meer helder kon denken en bood hij aan om toch te testen. Maar de bond hield het been stijf en de schorsing bleef. In mei 2009 trof men Grubb dood aan in een hotelkamer in Henrico County, Virgina, hij had zich een kogel door het hoofd gejaagd.

Baseball

Op 10 oktober stierf Ken Caminiti (1963-2004), derde baseman in de Major League Baseball, aan een overdosis drugs. De Amerikaan worstelde zijn hele carrière al met alcohol- en drugsproblemen. Hij bekende dat het alcoholgebruik in 1994 begon en dat hij zich in 2000 voor een ontwenningsprogramma had ingeschreven. In 2002, in een coverstory voor het weekblad 'Sports Illustrated' bevestigde hij dat hij tijdens zijn MVP seizoen van 1996 steroïden gebruikte en daarna nog vele jaren lang. Maar Caminiti zat ook aan de cocaïne. In maart 2001 werd hij voor het bezit ervan gearresteerd en veroordeeld tot een proefperiode. Toen hij tijdens die proefperiode toch positief testte op cocaïne, moest hij zich laten opnemen. In september 2004, enkele dagen voor zijn dood werd hij voor de vierde keer betrapt. Hij stierf in het Lincoln hospitaal in The Bronx, New York, waar men eerst een hartinfarct als doodsoorzaak noteerde, maar de resultaten van de autopsie gaven “een acute intoxicatie als gevolg van cocaïne en opiaten, met coronair vaatlijden en cardiale hypertrofie als bevorderende factoren”.

Bodybuilding

De Amerikaanse professionele bodybuilder Mike Matarazzo (1965-2014) onderging een open-hartoperatie omdat zijn aders door het overmatig gebruik van anabole steroïden waren dichtgeslibt. Na twee volgende hartaanvallen daalde zijn hartfunctie tot 20% van het normale, zodat hij ook niet meer normaal kon functioneren.

Vanaf de eerste minuut dat ik met competitief bodybuilding startte begonnen mijn hartproblemen. Om steeds maar struiser te worden at ik dagelijks vijf tot zeven kilo rood vlees en geen groenten. En omwille van de suikers liet ik ook het fruit ongemoeid. Het ergste waren de chemicaliën. Ik herinner mij nog levendig al die eenzame dagen in hotelkamers waar ik net voor de competitie onaanvaardbare dingen deed met mijn lichaam: steroïden, groeihormonen, diuretica alles wat wij als bodybuilders nemen om een bepaalde look te bereiken. Het beïnvloedde mijn hele leven. Aan alle jongeren die een armomtrek van 55 cm nastreven en kuiten van 50 cm omvang zou ik willen zeggen ’Verander je houding’. Zorg ervoor dat je je lichaam gezond houdt, want je hebt het nog lang nodig. Het gaat heel snel bergaf, nog sneller als je gezondheid verdwenen is en je niets hebt om terug te vallen”

Hij stierf op 16 augustus 2014 toen hij op een hartttransplantatie wachtte.

Cricket

In oktober betrapte men de Engelse cricketspeler Graham Wagg (1983-) op het snuiven van cocaïne, het leverde hem een jaar schorsing op en zijn club Warwickshire verbrak met onmiddellijke ingang zijn contract.

Gewichtheffen

Op het WK gewichtheffen vlogen elf deelnemers tegen de dopinglamp.

Judo

Tijdens de French Internationals in februari testte de Japanse judokampioene Yuki Yokosawa (1980-), later zilveren medaille van de Olympisch Spelen in Athene, positief op een astmaproduct. Ze kreeg een strenge berisping van de International Judo Federation en de Franse bond schorste haar zes maanden voor deelname aan Franse wedstrijden.

Mixed Martial Arts

Kimo Leopoldo (1968-), een Amerikaanse mixed martial artist en zwarte gordel Taekwondo, werd zes maanden geschorst en moest vijfduizend Dollar boete betalen na een positieve plas op Stanozolol, efedrine, pseudoefedrine en fenylpropanolamine.

De Pool Mariusz Zbigniew Pudzianowski (1977-) kroonde zich vijf keer tot World’s Strongest Man en werd in die competitie ook twee keer tweede. In 2004 eindigde hij derde op de Bahamas, maar werd hij wegens dopinggebruik gediskwalificeerd en een jaar geschorst. In 2005 haalde hij de titel echter opnieuw binnen.

Rugby

Carlo Del Fava (1981-) speelde rugby bij het Engelse Newcastle Falcons, maar werd ook voor het Zuidafrikaanse juniorenteam opgeroepen. Na een interland bleek hij Stanozolol gebruikt te hebben. 

Skiën

Na de afdaling van de Wereldbeker in Lake Louise testte de Oostenrijker Hans Knauß (1971-) positief op nandrolone, waarop de Internationale Skifederatie FIS hem achttien maanden naar de kant stuurde.

Tennis

De Oostenrijker Stefan Koubek (1977-) maakte bekend dat hij op Roland Garros positief testte op triamcinolon-acetonide en daarvoor drie maanden schorsing kreeg.

In januari testte de Brit Greg Rusedski (1973-) positief op nandrolone, hij was een van de 44 tennisspelers die een positieve plas afleverde. In maart werd hij echter vrijgesproken.

Tot ieders verbazing verklaarde de Amerikaanse tenniskampioen John McEnroe (1959-) dat artsen hem tijdens zijn carrière maar zonder zijn medeweten prestatiebevorderende middelen hadden toegediend, middelen die men normaal aan paarden gaf.

Op het tennistornooi van Mauritius leverde de Nederlandse tennisser Melle van Gemerden (1979-) een positieve test af op cannabis, waardoor hij zijn rankingpunten verloor en 2.950 Dollar mocht ophoesten.

Triathlon

De Duitse Nina Kraft (1968-) won de Ironman van Hawaiï, maar werd nadien gediskwalificeerd toen de dopingtest uitwees dat ze EPO had gespoten. Dat gaf ze ook toe en de Duitse Triathlon Federatie schorste haar twee jaar, wat in beroep gehalveerd werd. Er volgde een golf van verontwaardiging die zelfs escaleerde tot doodsbedreigingen. Ze belandde in een neerwaartse spiraal en moest psychiatrisch behandeld worden.

De Australische Rebekah Keat (1978-) won de Ironman van Western Australia, maar werd omwille van een positieve dopingtest na afloop gediskwalificeerd en twee jaar geschorst.

De Australische Michelle Gallen (1970-), een advocate gespecialiseerd in sport maar zelf ook een begenadigde triatlete, bestempelde de dopingcontroles voor atleten als een moderne heksenjacht.

"De laatste maanden is in de sportwereld een vervelend vijftiende eeuws fenomeen opgedoken. Natuurlijk refereer ik naar de heksenjacht, die honderd jaar geleden voor sommigen in het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en de VS een favoriete sport was. In de moderne versie zijn Frankrijk en de VS nog steeds de toonaangevende landen, maar ook Australië heeft er zich bij aangesloten. En de heksen (gegeven dat de hekserij zelf tegenwoordig vrij trendy is) zijn  geëvolueerd tot het kwade spook van een gedopeerde atleet. Buiten de verandering van de doelgroep, is er weinig verschil in deze moderne heksenjacht. Vermeende daders zijn nog steeds onschuldig, tenzij het tegendeel met een uitzonderlijk hoge en bezwarende bewijslast aangetoond wordt. Denk aan het verhaal dat onschuldige vrouwen te horen kregen, dat de enige manier om hun status van heks te weerleggen was dat ze verdronken als men hen met stenen verzwaard in de de rivier zou werpen. En zoals nu blijkt kan schuld eerst verondersteld worden tegenover evidentie, even makkelijk als tegenover het woord van een buurman.”

Voetbal

In 2004 verscheen het boek 'Il terzo incomodo. Le pesanti verità di Ferruccio Mazzola', vrij vertaald 'Het derde wiel. De harde waarheid over Ferruccio Mazzola'. Oud-speler en trainer Ferrucicio Mazolla (1945-2013) beschreef daarin het wijdverbreide amfetaminegebruik in het voetbal van de jaren '60 en '70. Hij haalde de praktijken aan van trainer Helenio Herrera (1910-1997) bij Inter Milan. In 2007 herhaalde hij zijn verwijten in het tijdschrift 'L'espresso' en beschreef hij hoe Herrera amfetaminepillen in zijn koffie kieperde en in die van zijn broer Sandro Mazolla (1942-), omdat beiden weigerden om ze te slikken. Daarop was hij drie dagen in een toestand van hallucinatie. Mazzola vernoemde ook heel wat Italiaanse spelers die ziek werden en gestorven waren: Marcello Giusti (1958-2007), Carlo Tagnin (1932-2000), Mauro Bicicli (1935-2001) en Ferdinando Miniussi (1940-2001). Bovendien had Enea Masiero (1933-2009) kanker en zat Pino Longoni (1942-2006) in een rolstoel. Maar ook bij Fiorentina en Lazlo Roma werden dezelfde praktijken toegepast, vooral op het ogenblik dat Herrera er de touwtjes in handen kreeg. Ook bij die ploegen werden heel wat spelers ziek en stierven ze op jongere leeftijd.

In oktober werd Adrian Mutu (1979-), de Roemeense ster van Chelsea FC, betrapt op het gebruik van cocaïne, als excuus haalde hij aan dat hij gesnoven had om zijn sexuele drift te verhogen. De Engelse club verbrak zijn contract en hij werd zeven maanden geschorst. Bovendien veroordeelde de Engelse voetbalbond hem tot het terugstorten van zeventien miljoen Euro aan Chelsea. In januari 2010 testte hij positief op het laxeermiddel Sibutramine, dat leverde hem negen maanden schorsing op en toen stuurde het Italiaanse Fiorentina hem de laan uit.

 

Mohamed Kallon (1979-) uit Sierra Leone en de Libiër Al-Saadi Gaddafi (1973-), zoon van, werden op nandrolone gepakt toen ze voor het Italiaanse Udinese speelden en kregen daarvoor respectievelijk acht en drie maanden schorsing.

De Noorse voetballer Sveinung Fjeldstad (1978-) plaste in april positief op anabole steroïden, waarop zijn club HamKam hem bedankte voor bewezen diensten en de Noorse bond hem twee jaar schorste.

Yegor Titov (1976-) werd na de voor het EK beslissende kwalificatiewedstrijd Rusland-Wales betrapt op het gebruik van Bromantan en kreeg hiervoor een jaar schorsing van de Russische Voetbalbond en een boete van zesduizend Euro. Zijn club Spartak Moskou deed daar nog eens achtduizend Euro bovenop. De voetbalbond van Wales verzocht de UEFA om een forfaitscore uit te spreken, want op die manier zou Wales naar het EK in Portugal gaan. Maar daar ging de UEFA niet op in.

De Columbiaan René Higuita (1966-), omwille van zijn ‘crazy’ speelstijl de meest excentrieke keeper ter wereld genoemd, werd na de competitiewedstrijd Aucas-Olmedo betrapt op het gebruik van cocaïne. Gezien het reeds de tweede keer was kreeg ‘El Loco’ twee jaar aan zijn broek en zette Aucus hem aan de deur.

De Braziliaan Everton Giovanella (1970-), een defensieve middenvelder bij Coruxo FC, werd twee jaar geschorst na een positieve test op nadrolone.

De Zuidafrikaan Arthur "10111" Zwane (1973-) speelde in eigen land middenvelder bij Kaizer Chiefs, hij testte positief op de anabole steroïde methyltestosteron wat hem twee jaar schorsing opleverde. Nadien werd de straf verminderd tot zes maanden.

De Italiaan Jonathan Bachini (1975-) was een beloftevolle middenvelder, die in de hoogste afdeling voor Lecce, Udines, Juventus, Brescia, Parma en Siena speelde en regelmatig voor het nationaal elftal werd opgeroepen. In september testte hij positief op cocäine en moest hij negen maanden aan de kant blijven. In december 2005 was het opnieuw raak waarop de Italiaanse voetbalbond hem levenslang schorste.

De Chileense doelverdediger Nicolás Peric (1978-) testte positief op cocaïne na de achtste finale van de Zuidamerikaanse beker tegen Bolivië en kreeg daarvoor een schorsing van zes maanden.

Wielrennen

De Italiaan Giorgio Addis, sportidrecteur bij Gaverina-Ok Baby, werd door de Rechtbank van Brescia tot negen maanden cel veroordeeld nadat een jonge wielrenster getuigde dat hij haar gedwongen had om doping te nemen. 

De schoonmaakploeg van het hotel vond dertien ampullen EquiGen in de slaapkamer van de 19-jarige Australische baanrenner Mark French (1984-), samen met het groeihormoon werden ook spuiten aangetroffen. Voor de Rechtbank verklapte French dat Shane Kelly (1972-), Sean Eadie (1969-), Jobie Dajka (1981-2009) en Graeme Brown (1979-) zich op zijn kamer regelmatig met vitamines en supplementen inspoten. French werd twee jaar geschorst en buiten Dajka bekenden de anderen hun dopinggebruik. Dajka werd levenslang geschorst omdat hij gelogen had, hij raakte zwaar aan de drank en in 2009 trof de politie hem dood aan in zijn woonst.

Tijdens de Ronde van Spanje werd Tyler Hamilton (1971-) op doping betrapt. De Amerikaan verzon de meest originele smoes ooit, hij was een zogenaamde 'chimaera', een zeldzaam individu met genetisch verschillende cellen. De lichaamsvreemde cellen waren niet afkomstig van een illegale bloedtransfusie, maar van zijn nooit geboren tweelingbroer.

Philippe Gaumont (1973-2013), die tweemaal Frans kampioen werd, brons won op de Olympische Spelen en driemaal deelnam aan de Ronde van Frankrijk, kwam in opspraak wegens vermeend dopingmisbruik. Hij bekende het gebruik van EPO, waarna hij door Cofidis ontslagen werd. In 1996 en 1998 was hij betrapt op nandrolone. In 1999 vond men sporen van amfetamine in zijn lichaam. In 2005 schreef Gaumont 'Prisonnier du dopage' of 'Gevangene van de doping', een boek over zijn verleden als wielrenner, waarin hij dopingmethodes en maskeermethodes beschreef, maar ook hoe de financiële druk renners tot doping dreef. Hij noemde meerdere collega's met naam en toenaam. Na een hartinfarct belandde Gaumont in april 2013 in een coma, waaruit hij nooit meer ontwaakte.

De Spaanse renner Jesús Manzano (1978-) werd op het gebruik van verboden producten gepakt en daarvoor geschorst.
 

In een interview met de Spaanse krant Diario AS verklapte Manzano hoe hij bij zijn voormalige wielerploeg Kelme systematisch doping kreeg toegediend. Hij vernoemde EPO, groeihormonen en cortisone. Zijn bekentenissen leidden tot een onderzoek en de maand nadien werden meerdere leden van het Kelme team ondervraagd. Ook ploegarts Eufemiano Fuentes (1955-) (foto) kwam aan de beurt evenals zijn voorgangers de Peruviaanse arts Walter Virú en de Spaanse arts Alfredo Córdova. Begin 2006 startte het onderzoek naar de dopingpraktijken officieel.

Jesus Manzano (1978-) demonstreerde hoe hij zichzelf verboden producten inspoot. Tien dagen na zijn onthullingen leken de verhalen van Philippe Gaumont (1973-2013) kindersprookjes in vergelijking met datgene wat Manzano onthulde.

Ook de Schot David Millar (1977-), in 2003 nog wereldkampioen tijdrijden en ploegmaat van Gaumont, gaf zijn EPO gebruik toe. Hiervoor werd hij twee jaar op non-actief gezet, kreeg hij bij Cofidis de bons en moest hij 1.250 Euro boete betalen. Bij een huiszoeking vond de Franse politie in zijn appartement twee lege ampullen Eprex en evenveel gebruikte spuiten, waarop hij in de gevangenis van Biaritz werd opgesloten.

Een en ander was het gevolg van de arrestatie van Bogdan Madejak, de Poolse verzorger van Cofidis die verdacht werd van het verhandelen van doping. Maar het was ook een uitloper van de beschuldigingen van Gaumont, die beweerde dat Millar ploegarts Jean-Jacques Menuet (foto) had aangezet om zowel bij Gaumont als bij Cedric Vasseur (1970-) doping in te spuiten.
 

Millar bekende ook dat hij dokter Jesus Losa van het Euskaltel team eind 2001 geconsulteerd had en dat die hem jaarlijks voor twaalfduizend Euro EPO inspoot, waardoor Millar zijn jaarinkomen van tweehonderdvijftigduizend naar achthonderduizend Euro zag stijgen. Voorts verklapte hij dat hij de twee tijdens de huiszoeking gevonden ampullen en spuiten bewaarde als aandenken van zijn wereldtitel uit 2003. Dank zij die doping zou hij in die titelstrijd 25 seconden sneller hebben gereden.

Op het ogenblik dat verzorger Boguslaw Madejak gearresteerd werd, deed men een huiszoeking bij de voormalige Franse Cofidis renner Robert Sassone (1978-), waar enorme hoeveelheden testosteron, EPO en amfetaminen gevonden werden. Op datzelfde moment werd de voormalige Poolse Cofidis renner Marek Rutkiewicz (1981-) in de Parijse luchthaven Charles de Gaulle gearresteerd met een tas vol verboden producten.

Tijdens de Redlands Bicycle Classic testte de Amerikaanse renner David Fuentes (1973-) positief op anabole steroïden en daarvoor werd hij twee jaar geschorst.

Na de voorjaarsklassiekers van 2004 stopte de Belg Johan Museeuw (1965-) plots met wielrennen toen verhalen over vermeend dopinggebruik opdoken. Aan de hand van afgetapte telefoongesprekken en SMS’jes bleek dat hij bij de Belgische dierenarts José Landuyt (1949-) de verboden middelen Aranesp en EPO kocht. In oktober 2004 kreeg hij van de Belgische Wielerbond vier jaar schorsing waarvan de helft voorwaardelijk. In 2005 volgde een officiële aanklacht over mogelijk bezit van EPO, Aranesp en het zwangerschapshormoon Dexamethason en werd hij doorverwezen naar de correctionele Rechtbank.

Op een persconferentie in 2007 gaf de 'De Leeuw van Vlaanderen' zijn dopinggebruik toe. Hij had dat eerder willen doen maar sportbestuurder Patrick Lefevere (1956-) raadde hem dat telkens opnieuw af. In december 2008 veroordeelde de Rechtbank van Kortrijk Musseeuw tot zes maanden voorwaardelijk en een boete van vijftienduizend Euro. In een interview in 2012 met het Belgisch weekblad HUMO bekende Museeuw dat zijn echtscheiding het gevolg van dopinggebruik was, omdat hij in die periode waanzinnige dingen deed, waarover hij geen details wilde prijsgeven.

Na een positieve dopingtest op Erythropoietin (EPO) kreeg de Amerikaanse baanrenner Joey D'Antoni (1977-) twee jaar schorsing van het United States Antidoping Agency.
 

De Belg Dave Bruylandts (1976-) werd na een sterk voorseizoen, met een derde plaats in de Ronde van Vlaanderen, betrapt op EPO en twee jaar geschorst. Nadat er bij een huiszoeking stimulerende middelen werden gevonden kreeg hij de bons van zijn ploeg en stopte hij met wielrennen.

De Italiaan Danilo Di Luca (1976-) mocht niet in de Ronde van Frankrijk starten omdat hij betrokken was bij het Oil-for-Drugs programma, waarin ook de Italiaanse sportarts Carlo Santuccione (1947-) een hoofdrol speelde. Eigenaardig genoeg werd Di Luca in 2007 vrijgesproken. Eind 2008 werd kreeg hij vier maanden schorsing voor zijn contacten met een Italiaanse dopingarts. Op 22 juli 2009 raakte bekend dat Di Luca tijdens de Giro d’Italia positief had getest op de EPO-variant CERA. Op 28 oktober 2010 eiste het UCI tweehonderdtachtigduizend Euro schadevergoeding van de Italiaan.
 

Tijdens de Ronde van Frankrijk testte de Belgische renner Christophe Brandt (1977-) positief op methadone, waarop hij de Tour moest verlaten en zijn ploeg hem ontsloeg. De Belgische Wielerbond sprak hem later echter vrij omdat het methadongehalte te klein was om bewust te zijn ingenomen. Brandt keerde terug naar zijn ploeg, maar kwam in augustus tijdens de Schaal Sels zwaar ten val. Hij werd afgevoerd met een gescheurde milt, een gedeeltelijk verbrijzelde bovenarm, vier gebroken ribben die zorgden voor een klaplong. Op de koop toe moest een nier verwijderd worden.
   

De Italiaan Stefano Casagrande (1962-) en de Sloveen Martin Havstija (1969-) werden door tourbaas Jean-Marie Leblanc (1944-) uit de Tour de France gekieperd toen bleek dat de Italiaanse justitie een dopingonderzoek naar hen was gestart.

De Amerikaan Tyler Hamilton (1971-) begon zijn sportcarrière als beloftevol skiër aan de University of Colorado, maar na een rugblessure schakelde hij in 1991 over op wielrennen. Op de Spelen van 2004 won hij het tijdrijden, maar moest hij de gouden medaille een maand later inleveren toen bleek dat hij bloeddoping had ondergaan. Enkele dagen later maakte het IOC bekend dat Hamilton zijn goud toch mocht houden, omdat het B-staal in het Atheense dopinglaboratorium door verkeerd invriezen onbruikbaar was geworden. Ondanks dit alles schorste de wielerbond hem twee jaar. In 2007 reed hij voor Tinkoff Credit Systems, maar werd hij in de helft van het seizoen op non-actief gezet voor zijn mogelijk aandeel in de Operación Puerto-dopingzaak. Na een nieuw positief dopinggeval zette Hamilton in april 2009 een punt achter zijn carrière. In mei 2011 bekende hij zijn hele dopingverleden, maar beschuldigde hij ook landgenoot en ex-ploegmaat Lance Armstrong (1971-) van EPO gebruik. Later raakte bekend dat hij de gouden medaille van de Spelen van 2004 bij het Amerikaanse anti-dopingbureau (USADA) had ingeleverd.

De week nadat hij tweede eindigde in de Vuelta, testte de Spanjaard Santiago Pérez (1977-) positief op bloeddoping. Het leverde hem twee jaar schorsing op.

Bij werd Jeremy Yates (1982-) vond men een onaanvaardbaar hoog testosterongehalte. Toen de Nieuw Zeelandse renner een tweede afname weigerde werd hij door de Belgische bond twee jaar geschorst en verbrak Crédit Agricole zijn contract.

Pedro Miguel Lopes (1975-) werd Portugees kampioen op de weg. Bij de dopingcontrole vloog hij echter tegen de lamp, waarop men hem diskwalificeerde en schorste. Nadien tekende hij afwezig bij meerdere verplichte dopingcontroles waarop de Portugese wielerbond hem vijftien jaar aan de kant schoof.

De Amerikaanse wielrenner Adam Bergman (1980-) kreeg voor zijn EPO gebruik twee jaar schorsing aan zijn broek van het USADA. Eerst ontkende hij in alle toonaarden, maar in februari 2006 ging hij over tot bekentenissen. 

Op het Oostenrijks kampioenschap eindigde Christian Pfannenberger (1979-) tweede, maar de dopingplas achteraf onthulde dat hij daarvoor epitestosteron had gebruikt, wat hem twee jaar schorsing kostte.

Zwemmen

Op de Wereldbeker in het Zuidafrikaanse Durban won de Braziliaans Leonardo Costa (1977-) brons op de 100 en 200m rugslag. Na afloop bleek uit een onaangekondigde dopingcontrole het gebruik van stimulerende middelen, waarop hij zijn sportieve carrière vaarwel zei.

De internationale zwemfederatie FINA publiceerde de lijst van haar dopingzondaars uit 2004.

  • Kregen elk twee jaar schorsing: de Italiaanse marathonzwemmer Giorgia Squizzato voor closterbol, de Braziliaanse zwemmer Leonardo Costa (1977-) en de Braziliaanse zwemster Julyana Bassi Kury (1983-) voor stanozolol, de Amerikaanse synchroonzwemsters Mary Hofer en Lindsay Devaney voor weigeren van een test, de Italiaanse waterpolospeler Roberto Barbaro voor norandrosterine, de Zuidafrikaanse waterpolospeler Anthony Steward voor cocaïne, de Amerikaanse zwemster Rachael Burke voor boldione, de Libische zwemmer Omar Daaboul voor een cocktail van methandienon, methyltestosteron en norandrosteron, de Egyptische zwemmer Nehal Ameur voor methandienon, de Franse waterpolospeler Jérémy Serreau voor testosteron.

  • Zeven maanden voor de Belgische waterpolospeler Michael Callens voor cannabis.

  • Zes maanden voor de Italiaanse waterpolospeler Maurizio Spaziano en de Franse waterpolospeler Jérôme Cazenave voor cannabis. Vijf maanden voor de Franse waterpolospeelster Vanessa Hernandez en de Italiaanse zwemmer Mario Rajola voor cannabis.

  • Vier maanden voor de Zwitserse waterpolospeler Rafael Liechti voor cannabis.

  • Drie maanden voor de Belgische waterpolospeler Stijn Vermeulen voor cannabis.