1988

1988

In de Verenigde Staten werd het gebruik van steroïden verboden voor niet-medische toepassingen.

Het Amerikaanse farmaceutisch bedrijf Amgen lanceerde EPO voor de behandeling van anemie.

Atletiek

In 1988 was polstokspringer Jeff Gutteridge (1956-) de eerste Britse atleet die levenslang geschorst werd voor het gebruik van steroïden. In 1992 mocht hij echter terug aan de slag.

James Doehring (1962-) werd in 1988 betrapt op het gebruik van testosteron, wat de Amerikaan tijdens een interview in 1989 ook toegaf. Het leverde hem twee jaar schorsing op. Begin 1992 werd hij tot 125 uur sociaal werk veroordeeld wegens het dealen van amfetamine. Toch won hij op de Spelen van 1992 in Barcelona zilver in het kogelstoten

Kunstschaatsen

In 1988 werd de Amerikaanse kunstschaatster Tai Reina Babilonia (1960-) betrapt op het gebruik van amfetamines, nadat ze zelfmoord wilde plegen.

Voetbal

De Franse krant Libération publiceerde in juli 1988 de officiële statistieken van de Spaanse 'Consejo superior de deportes' (CSD = hoogste sportraad), waaruit bleek dat het percentage dopingdelicten in de Spaanse hoogste voetbalklassen 2,41% bedroeg. Dat was meer was dan in het wielrennen en daardoor kwam voetbal na bodybuilding en gewichtheffen op de derde plaats.

"Om hen beter te doen spelen diende het communistische regime van Oost-Duitsland zijn voetballers op grote schaal stimulerende middelen toe,"

schreef de Duitse historicus Giselher Spitzer (1952-) in zijn boek over het voetbal in de DDR. De situatie was extreem ernstig bij meervoudig landskampioen BFC Dynamo Berlin. Toen Dynamo het in de Europa Cup van 1988 moest opnemen tegen het West-Duitse Werder Bremen kregen vijftien spelers verboden middelen toegediend. Volgens de archieven ging het om een 'kort werkend stimulerend middel', bekend als 'vitamine B-17-Complex'. Thuis won Dynamo met 3-0, in Bremen verloor het echter met 5-0. Uit angst voor de dopingcontrole hadden de Oost Duitsers zich in de return niet aan het product gewaagd. Een jaar later beschreef een naar het Westen gevluchte speler zijn ervaringen met de pillen in de krant Bild

"Het waren witte tabletten die onder de tong moesten oplossen, waarna je alle kleuren en contrasten veel helderder zag."

Ex-speler Falko Götz (1962-) sloot zich aan bij de groep gedupeerden die Dynamo wilde vervolgen. Andere spelers ontkenden bij hoog en laag dat ze bij Berlin ooit doping hadden gebruikt.

Keeper Bodo Rudwaleit (1957-) bijvoorbeeld beweerde het volgende:

"Dit is idioot. Spitzer wil zijn boek verkopen. In het voetbal heb je niks aan doping. Dat is bewezen."

Spitzer antwoordde daarop in interviews dat hij de sporters die hem aanvielen niet van hypocrisie wilde beschuldigen, omdat ze vaak niet wisten wat ze gebruikten

"Ik vermoed dat er zelfs programma's bestonden om sporters eraan te gewennen dingen te slikken die ze niet kenden. Om die reden veranderden de artsen regelmatig van preparaat of van tijdstip van inname. Zo kweekte het systeem een mentaliteit die het toedienen van doping makkelijker maakte."

Volgens Spitzer ging het om Aponeuron, een amfetamine die niet alleen de concentratie verscherpte maar ook het humeur en de motoriek verbeterde. Zijn onderzoek wees uit dat het dopinggebruik jaarlijks aan dertig DDR-sporters het leven kostte, de dopingdoden bij de politie, het leger en de schoolsport niet meegerekend. Een van de jongste slachtoffers was de 16-jarige zwemmer Jörg Sievers (1958-1973), die stierf aan de gevolgen van langdurig anabolicagebruik. Vooral zijn trainingsschema was bizar, het verschilde duidelijk van de centraal vastgelegde schema's. Spitzer vermoedde dat de dopingartsen Sievers als proefkonijn gebruikten om na te gaan hoe zwaar ze het organisme konden belasten. De lijkschouwing bracht kapotte nieren, lever en milt aan het licht.

Het Oost-Duitse dopingprogramma was immens. Tienduizenden getalenteerde kinderen werden naar speciale scholen gestuurd, waar vijfduizend trainers en duizend artsen hen jaarlijks twee miljoen anabolica tabletten toedienden.

"Gebruikers van anabolica kregen later gehandicapte kinderen," meldde Spitzer, "en heel wat gebruikers van amfetaminen grepen na hun sportcarrière naar de fles. Zonder het te weten waren ze verslaafd geraakt en toen de programma's stopten grepen ze bij wijze van compensatie naar alcohol."

Wielrennen

Het succes van het Italiaanse wielrennen was ook het succes van de Italiaanse artsen Francesco Conconi (1935-) en Michele Ferrari (1953-), die rustig als de topspecialisten van erythropoetine (EPO) mogen omschreven worden.

"Wil je EPO verbannen, dan moet je bij de artsen beginnen," zei de Nederlandse jurist en dopingspecialiste Emile Vrijman, "het knelpunt in de hele discussie is dat er geen opsporingsmethode bestaat. Volgens Conconi heb je een liter urine nodig om EPO op te sporen. Welke renner kan na een etappe een liter urine produceren? Niemand."

EPO werd in de jaren '80 ontwikkeld voor mensen met nierfalen, maar al vlug misbruikt door atleten op zoek naar een betere conditie en betere prestaties. EPO stimuleert de aanmaak van rode bloedcellen in het beenmerg, waardoor de hoeveelheid zuurstof verhoogde. Een Zweedse studie bij vijftien atleten toonde een aërobe prestatieverbetering aan van bijna 10% . Maar de toegenomen bloedviscositeit verhoogt ook het risico op bloedstolsels wat tot een hartaanval of beroerte kan leiden, vooral 's nachts als de hartslag laag was.

Tijdens de Tour de France van 1988 testte de Nederlander Gert-Jan Theunisse (1963-) positief op testosteron. Hij kreeg tien minuten straftijd, waardoor hij van de vierde naar de elfde plaats tuimelde. In 2000 bekende hij aan het ‘Eindhovens dagblad’ dat hij de corticoïde Celestone had gebruikt, maar ontkende hij het gebruik van testosteron.

Op 26 november 1988 stierf de Belgische wielrenner Geert Van de Walle (1964-1988) aan een hartaanval. Willy Voet (1945-) noteerde die dood in zijn boek 'Massacre à la Chaîne', maar gaf toe dat hij het verband van deze vroege dood met dopinggebruik niet bewijzen kon.

De Italiaanse veldrijder Claudio Golinelli (1962-) werd op het WK van 1988 gediskwalificeerd na een positieve dopingcontrole op nadrolon.

Op 17 augustus 1988 tijdens het wielercriterium van Naaldwijk werd de Nederlandse Connie Meijer (1963-1988) plots onwel. Ze botste tegen een dranghekken en stond niet meer op. Ze overleed op 25-jarige leeftijd aan een hartstilstand

Zonder twijfel is Jeannie Longo (1958-) de meest succesvolle wielrenster aller tijden. 1124 overwinningen, dertien wereldtitels, 115 etappezeges in de tour, 38 wereldrecords, 58 keer Frans kampioen en deelname aan zeven Olympische Spelen. In totaal won ze 112 medailles op Olympische Spelen, wereldkampioenschappen en Franse Kampioenschappen. En daarmee deed de Française beter dan eender welke man ooit. Maar aan al haar overwinningen hing een geurtje. In 1988 publiceerde ze het boek 'Du miel dans mon cartable', vrij vertaald ‘Honing in mijn aktetas’, waar ze inging op de positieve efedrinetest na haar poging om op de baan van Colorado Springs het wereldrecord over 3km te breken. Ze gaf het gebruik van Exosuline toe, een homeopatische pommade en die bleek bij een tweede analyse inderdaad efedrine te bevatten.

In 2007 echter beweerde de Amerikaanse renner en geducht dopingzondaar Joe Papp (1975-) dat Patrice Ciprelli, echtgenoot en trainer van Longo, bij hem EPO had gekocht voor zijn vrouw. In november 2011 werd Ciprelli hiervoor geschorst. In september 2011 kwam Longo opnieuw in opspraak omdat er meerdere keren onduidelijkheid was over haar ‘whereabouts’. Op achttien maanden tijd had ze die namelijk drie keer ontlopen. Reden waarom ze niet op het WK van dat jaar mocht starten.

In juli 1988 verscheen in de Franse sportkrant ‘Miroir du Cyclisme’ het artikel ‘L’honneur sauvé de Pedro Delgado’, vrij vertaald De geredde eer van Pedro Delgado’. Een van de passages was "De gele trui witgewassen", een allusie op het feit dat Pedro Delgado (1960-) van dopinggebruik was vrijgesproken, omdat hij niet zou geweten hebben welk product de arts hem toediende. Waardoor hij in 1988 in extremis toch nog de Ronde van Frankrijk kon winnen. Heel pathetisch haalde men aan dat de Spanjaard zoals zoveel anderen een blind vertrouwen had in de wetenschap. Zijn vrijspraak was dus gerechtvaardigd. Nochtans werd er volgens de verslaggever probenecide in zijn urine gevonden, een diureticum dat tijdens een analyse anabolica kan maskeren. Om die reden had het Internationaal Olympisch Comité het product verboden, maar de Internationale Wielerunie vond dat toen nog niet nodig, omdat het nuttig gebruik bij wielrenners niet bewezen was. Delgado zelf tilde er niet zwaar aan en orakelde:

"Ik wil dit alles vergeten. Ik ben de gele trui van deze Tour. Al het andere doet er niet toe."