1980
1980
De Oost-Duitse gewichtheffer Roland Schmidt (1962-) kreeg onwetend zoveel pillen Oral-Turinabol toegediend, dat zijn lichaam in 1980 met de productie van mannelijke hormonen stopte. Daardoor kreeg hij borsten met een DD omvang, die hij in 1983 chirurgisch moest laten verwijderen. Het was zelfs zo erg gesteld dat er in zijn borsten tumoren waren gegroeid. Bovendien klaagde hij van leverproblemen en nachtmerries.
American Football
In de jaren 1980 gebruikten alle football spelers van Stanford, University of Oklahoma, North Dakota State University, Salisbury State, University of Nevada-Reno, Georgia Southern University, University of Southern California, University of Tennessee, Louisiana State University, University of Pittsburgh, Northwestern University, University of Texas, University of Minnesota en Vanderbilt anabolica. Bovendien waren de University of Nebraska en Notre Dame, twee van de beroemdste scholen in het college football, op grote schaal betrokken bij het verdelen van steroïden, wat bij sommigen de commentaar ontlokte:
“Nebraska leek soms meer op een club van powerlifters dan op een football team."
Een van de grootste Amerikaanse strafrechtelijke onderzoeken naar de trafiek van steroïden situeerde zich in Lincoln, Nebraska. Het leidde tot de veroordeling van Tony Fitton (1950-), die zich de allures van arts en apotheker aanmat en die de spullen verzond vanuit het kleine postkantoor in Alabama waar hij werkte. De FBI beschouwde 'the Godfather’ als de 'spil' van de steroïdentrafiek uit de jaren 1980.
Atletiek
De Oostduitse Brigitte Michel-Sander (1956-) werd in 1970 uitverkoren voor de 'Kinder- und Jugensportschule Ernst Grube'. Door haar lengte en kracht werd ze in de categorie van krachtatleten geduwd en specialiseerde ze zich in kogelstoten en discuswerpen. Haar eerste succes was de winst op de Jeugdspartakiade van 1972, waardoor ze werd opgenomen in het mannentrainingskamp van Peter Börner. Haar trainingsintensiteit werd verhoogd, haar voedingsplan werd aangepast en de medische begeleiding werd verder uitgebouwd. Doel van dit alles was haar deelname aan de Olympische Spelen van 1976 in Montréal.
"Toen ik zeventien werd zei de trainer me dat we vanaf dan naar de wereldtop zouden werken. Dat betekende enkele veranderingen en iets nieuws. Voor hem lag een plan en hij zei me dat zijn doel in het discuswerpen 67 meter was. Dat betekende ook meer gewicht en meer snelheid preciseerde hij. Om dat doel te bereiken bestonden er ondersteunende middelen, vooral krachttraining. Daarop gaf hij me blauwe pillen in aluminiumfolie, zonder verpakking, zonder opdruk. Ik herinner me dat ik hem om meer uitleg vroeg en dat zijn antwoorden plausibel waren, ik had geen redenen om hem te wantrouwen."
Haar prestaties verbeterden zienderogen, maar toch mocht ze niet naar Montréal omdat ze zogezegd de jongste was. Ze wisselde naar de traingsgroep van Helga Börner, de vrouw van haar vorige trainer, die haar ontzettend veel in de krachtzaal liet werken. In 1978 huwde ze met hamerslingeraar Bernd Michel (1954-). Men hield haar voor dat ze zou deelnemen aan de Spelen van 1980 in Moskou, waarop ze onder extreem zware belasting verder trainde, wat enkel mogelijk was dank zij extreem hoge dosissen medicatie. Die werden haar door Karin Kögler toegediend, de begeleidende arts van TSC Berlin, die het anabolicagebruik verhoogde tot vijf keer dat van de mannen. Maar de selectie voor Moskou draaide voor Brigitte Michel-Sander uit op niets, er werden door de partijtop andere werpsters verkozen omdat die meer conform waren met het systeem. Daarop besliste het echtpaar Michel-Sander om kinderen te krijgen, maar bij het bezoek aan de gynaecoloog kregen ze de onheilsmare dat Brigitte de baarmoeder had van een twaalfjarige en dat ze meteen met topsport moest kappen als ze ooit nog kinderen wilde krijgen.
Ook haar man Bernd Michel kreeg de nodige problemen. Op 14-jarige leeftijd lag hij honderd dagen in het ziekenhuis met infectieuze geelzucht waardoor zijn lever beschadigd werd. De verantwoordelijken van de Kinder- und Jugendsportschule waren daarvan op de hoogte, maar namen hem toch op in hun programma en stoomden hem met de nodige middelen klaar voor een internationale carrière. Hij sleepte zich na zijn sportcarrière door het leven met een ernstige auto-immuunziekte. Hij verloor ook het gevoel in beide benen
Peter Sander, de broer van Brigitte die ook in het programma van kaderatleten werd opgenomen, kreeg kanker.
Bodybuilding
Tot ieders verbazing won Arnold Schwarzenegger (1947-) in 1980 voor de zevende keer de titel 'Mister Olympia', en dat na vijf sabbatjaren en met een smallere omvang vergeleken met die uit de jaren 1970.
Tijdens de presentatie voor de show ontstond er een verbale en bijna fysieke confrontatie tussen Schwarzenegger en Mike Mentzer (1951-2001). De 28-jarige Mentzer was op weg naar een megasucces, maar zag dat door de terugkomst van Schwarzenegger opgaan in rook. Tot zijn grote verbijstering eindigde hij slechts vijfde, waarop hij besliste om nooit meer aan wedstrijden deel te nemen. Vervolgens haalde hij zich een hoop problemen op de hals, volgens insiders het gevolg van zijn amfetaminegebruik uit de jaren ’70. Hij verloor zijn job wat een grote financiële aderlating betekende. In 1985 werd hij hoofdredacteur van het nieuwe magazine WorkOut, dat vlug failliet ging. Datzelfde jaar stierf ook zijn vader, waardoor Mentzer in een diepe mentale crisis belandde en extreem eigenaardig ging reageren. Zo liep hij naakt door de straten, wilde hij het verkeer regelen, kondigde hij het einde van de wereld aan, werd hij meer dan eens door de politie gearresteerd, wachtte hij op de komst van aliens en dronk hij zijn eigen urine. Tussen 1985 en 1990 belandde hij regelmatig in de gevangenis, maar gelukkig geraakte hij af van zijn amfetamineverslaving. Hij keerde terug naar het wereldje als trainer van de body builders en schreef artikels voor het magazine 'Iron Man'. Op 10 juni 2001 stierf Mentzer aan de gevolgen van hartproblemen.
Tennis
De Franse tennisspeler Yannick Noah (1960-) onthulde dat de spelers in het ATP circuit amfetamines en cocaïne gebruikten om het te kunnen volhouden.
Wielrennen
De 37-jarige Spaanse wielrenner Vicente López Carril (1942-1980) overleed op 29 maart 1980 aan een hartaanval.
Zijn dood werd door Willy Voet (1945-) vermeld in het boek Massacre à la Chaîne, hoewel Voet toegaf dat hij geen link kon leggen tussen het overlijden en dopinggebruik.
Na zijn actieve sportcarrière bekende de Belgische wielrenner Freddy Maertens (1952-) aan de Franse krant L'Équipe dat hij "zoals iedereen" amfetaminen had gebruikt voor de wedstrijden 'rond-de-kerktoren'. Hij benadrukte echter dat hij de belangrijke wedstrijden 'clean' had gereden, niet in het minst omdat hij wist dat daar zou gecontroleerd worden.
De Duitse renner Didi Thurau (1954-) testte in 1980 driemaal positief en later opnieuw in 1987. Na zijn sportcarrière bekende hij het gebruik van doping tijdens een interview met het Duitse magazine Bild maar verklapte hij ook dat de meeste renners dat deden.
De Nederlandse renner René Kos (1955-) finishte tweede op het WK bij de stayers maar moest het zilver inleveren na een positieve dopingcontrole. Het jaar nadien kroonde hij zich in dat nummer tot wereldkampioen.
De Spaanse baanrenner Bartolome Caldentey (1951-) eindigde op het WK derde in het stayeren, maar hij moest zijn bronzen medaille inleveren na een positieve dopingcontrole. Hij werd zeven keer Spaans kampioen in dat nummer.
De Italiaanse renner Pietro Algeri (1950-) werd huiswaarts gestuurd omdat hij tijdens het WK op de baan positief testte op verboden middelen. Later werd hij door meerdere teams als sportbestuurder aangeworven.