1962

1962

In Oostenrijk werd een dopingcommissie opgericht.

Atletiek

De Russische sprintster Maria Itkina (1932-) verbeterde voor de vierde keer het wereldrecord van de 400m. Later kwam uit dat ze dat met behulp van anabole steroïden had gedaan.

Voetbal

Bij een dopingcontrole in april 1962 vielen zeven voetbalspelers van Inter Milaan, AC Bologna en AC Mantua door de mand. Ze werden twee wedstrijden geschorst. Franco Zaglio (1936-) van Inter Milaan werd zelfs uit de selectie voor het WK geweerd.

Een maand later werd Luigi Radice (1935-) van AC Milan betrapt, hij kwam er vanaf met een geldboete.

Wielrennen

Bij controles in Italië testten 47,6% van de renners in 1962 positief op amfetamines.

De Franse wielerjournalist Pierre Chany (1922-1996) schreef voor het Franse dagblad l'Equipe en was ook auteur van het ophefmakende boek 'Pierre Chany, l'homme aux 50 Tours de France', waarin hij aanhaalde dat hij een Franse Professor een product liet analyseren. Het bleek om de zeer sterke amfetamine medethrine te gaan.

"Dit is een gevaarlijk product. Na een trepanatie in geval van een langdurig coma schrijf ik vijf milligram voor."

Waarop Chany hem vroeg wat er gebeurde als men vijftien milligram gebruikte.

"Dan sterft de persoon," was het lakonieke antwoord, waarop Chany lachend replikeerde:

"Ik eet drie keer per week met een kerel die dagelijkse vijftien milligram nodig heeft."

In de Tour de France van 1962 werden twaalf renners van de Wiels/Groene Leeuw-ploeg plots ziek tijdens de rit Luchon-Carcassonne. 'Slechte vis' klonk de uitleg, maar tourdokter Pierre Dumas (1920-2000) vermoedde dat allen hetzelfde middel hadden gekregen van dezelfde soigneur. De Duitser Hans Junkermann (1934-) was ‘s nachts al ziek geworden, waardoor de start met tien minuten werd vertraagd. Maar op het eerste heuveltje moest hij al van de fiets en zette hij zich in het gras.

"Ik heb gisterenavond slechte vis gegeten," vertelde hij de omstaanders.

Diezelfde dag verlieten elf andere renners de Tour, waaronder de Belg Willy Schroeders (1932-), de Italiaan Gastone Nencini (1930-1980), en de Duitser Karl-Heinz Kunde (1938-).

Jacques Goddet (1905-2000) schreef na het voorval dat hij doping vermoedde, maar dat er geen bewijzen waren. Nochtans had geen van de hotels de nacht voordien vis geserveerd.

In een interview met Le Miroir du Sport gaf de Franse oud-renner en latere sportbestuurder Rafael Geminiani (1925-) zijn mening over doping.

"Ik hou niet van het woord doping. Wij spreken liever over stimulerende middelen, die term is juister. Het is normaal dat renners stimulerende middelen nemen. De artsen raden ze zelfs aan. Er zijn producten die helemaal niet schadelijk zijn, maar voor wel voor evenwicht zorgen. Ik heb twaalf keer gereden de Tour de France en ook een groot aantal eendaagswedstrijden. Ik nam stimulerende middelen. Onder medisch toezicht, wel te verstaan."