1992 - Barcelona
Barcelona 1992
De hoofdstad van het Spaanse Catalonië, niet toevallig de woonplaats van IOC-president Juan Antonio Samaranch (1920-2010), werd verkozen boven Amsterdam, Belgrado, Birmingham, Brisbane en Parijs.
Voor het eerst in twintig jaar geen boycot van de Spelen, met Zuid-Afrika na 32 jaar opnieuw van de partij en ook China, Taiwan, Noord-Korea en Cuba stuurden een selectie.
De Sovjet Unie bestond niet meer maar de vijftien nieuwe Russische republieken namen voor het laatst deel onder de naam Gezamenlijk team en onder de Olympische vlag.
De Berlijnse Muur was twee jaar voordien gevallen, Oost- en West-Duitsland vormden opnieuw één natie, net als Noord- en Zuid-Jemen.
Een record aantal van 172 landen, vertegenwoordigd door 10.563 atleten. Het IOC was genoodzaakt om in de toekomst over een gelimiteerd aantal deelnemers te gaan nadenken.
De Spaanse Koning Juan Carlos (1938-), in 1972 nog deelnemer aan het zeilen, verklaarde de Spelen voor geopend.
Het enige probleem was Joegoslavië, dat door de Verenigde Naties gesanctioneerd was omwille van zijn militaire agressie tegenover Kroatië en Bosnië-Herzegovina. Gevolg hiervan was dat de Joegoslaven enkel als ‘onafhankelijke Olympische deelnemers' aan individuele nummers konden deelnemen, maar niet in de teamsporten. Kroatië, Slovenië en Bosnië-Herzegovina schreven in als aparte naties.
Door het risico op terroristische aanslagen van de Baskische Separatistische Afscheidingsbeweging ETA was de veiligheid een topprioriteit voor de Organisatie. Een leger van 45.000 man werd op de been gebracht, waarvan 5.000 aan de Frans-Spaanse grens gekazerneerd werden. Honderd Navy boten en vier onderzeeërs bewaakten de Catalaanse kust. Gelukkig werd er niet één incident gemeld.
De Olympische vlam werd door de paralympiër Antonio Rebollo (1955-) met een brandende pijl aangeschoten.
Een nieuw record voor de TV rechten, het Amerikaanse NBC dokte 401 miljoen Dollar voor de Amerikaanse uitzendingen.
De Duitse euforie na de succesvolle Spelen van LA was zo groot dat de satellietzenders 1 plus en 3sat 120 uur tennis uitzonden. ARD en ZDF tekenden vanaf het ontbijt tot middernacht met liefst 140 reporters en technici voor 248 uur Olympia en met dertien miljoen kijkers op de topmomenten.
Nieuwe mascotte
Het hondje Cobi was de mascotte voor de Spelen van Barcelona.
Duitsers opnieuw sterk
Het feit dat Oost- en West-Duitsland waren samengesmolten, maakte hen tot één van de sterkste naties. De oogst was 82 medailles, 33 gouden, 21 zilveren en 28 bronzen. Eigenaardig genoeg haalde Oost-Duitsland vier jaar eerder in Seoel 102 plakken, waarvan 37 gouden.
Atletiek
De knapste zege kwam van Dieter Baumann (1965-) op de 5.000m. Zeventig meter voor de streep vond de Duitser een gaatje om zich tussen vijf Afrikanen door te wringen en naar winst te lopen. Zilver voor de Keniaan Paul Bitok (1970-), brons voor de Ethiopiër Fita Bayisa (1972-). Het eerste Duitse goud op een lange afstandsnummer. Vier jaar voordien in Seoel had Baumann nog zilver gehaald. Tussen 1992 en 1994 bleef hij in alle grote finales ongeslagen, ondanks hij het jaar 1993 aan zich voorbij liet gaan door een blessure. In totaal won hij veertig Duitse titels. In 1999 testte Baumann bij een dopingcontrole positief. Onderzoek wees uit dat er Norandrostendion in zijn tube tandpasta zat, terwijl de haartest negatief was. Daarop sprak de Duitse Atletiekbond hem vrij, maar het IAAF verwierp die vrijspraak, zodat hij van 18 september 2000 tot 21 januari 2002 geschorst was. Zelf heeft hij het dopinggebruik altijd ontkend. In 2006 verklaarde dopingjager Werner Franke (1940-) in een interview met het Duitse weekblad ‘Der Spiegel’ dat hij de vondst als een aanslag bestempelde en dat Baumann onschuldig was:
“Baumann hat sich sehr für den Kampf gegen Doping engagiert. Seine Zahnpastatuben waren verseucht, erwiesenermaßen eine alte Stasi-Methode. Baumann hat zu viele Leute an sich rangelassen.“
Vrij vertaald:
“Baumann heeft zich hevig geëngageerd in zijn strijd tegen doping. Zijn tube tandpasta was besmet, een bewezen oude Stasi-methode. Baumann had immers teveel mensen tegen zich in het harnas gejaagd.”
In 2003 zette Baumann een punt achter zijn sportcarrière.
Met een worp van 68m34 won Silke Renk (1967-) verrassend het speerwerpen. De Russische Nataljya Sjikolenko (1964-) werd tweede op amper 8 cm, terwijl een andere Duitse Karen Forkel (1970-) brons haalde. Renk nam deel aan drie Olympische Spelen.
Met een sprong van 7m14 was Heike Drechsler (1964-) de beste in het verspringen, ze landde twee centimeter verder dan de Russische Inessa Kravets (1966-) en sprong zeven centimeter meer dan de Amerikaanse Jackie Joyner-Kersee (1962-). Vier jaar eerder in Seoel had ze nog zilver gehaald, met brons op de 100 en 200m als extraatje. In 2000 verlengde ze in Sydney haar Olympische titel verspringen. Daarnaast kroonde ze zich driemaal tot wereldkampioen en acht keer tot Europees kampioen. Terecht wordt ze dan ook de meest succesvolle verspringster aller tijden genoemd. Tijdens haar carrière overschreed ze 409 keer de zeven meter, meer dan welke andere atlete ook. Met 7m44 brak ze in 1985 een eerste wereldrecord in Berlijn. Het jaar nadien maakte ze daar 7m45 van. Toen ze in 1992 in het Italiaanse Sestriere na 7m63 landde, kon dat record niet erkend worden omwille van ietsje te veel rugwind (2m01/sec). Na haar sportcarrière werd ze sportexperte bij televisiezender Eurosport. Van 1984 tot 1997 was ze getrouwd met Andreas Drechsler (1962-), de toenmalige doelman van Carl Zeis Jena, met wie ze een zoon Tony kreeg. Van 1995 tot 2007 had ze een relatie met de Franse tienkamper Alain Blondel (1962-). In 1991 vonden de dopingjagers Brigitte Berendonk (1942-) en Werner Franke (1940-) DDR documenten, waaruit bleek dat Drechsler van 1982 tot 1984, als overbrugging tussen de wedstrijden, hoge dosissen Oral-Turinabol moest slikken en heel wat testosteron kreeg ingespoten. Drechsler verloor het proces dat ze wegens leugens tegen beiden inspande.
Na de Europese titels indoor en outdoor van 1990 en de wereldtitel van 1991 nu ook Olympisch goud voor hoogspringster Heike Henkel (1964-). Met een sprong over 2m02 versloeg ze de Roemeense Alina Astafei (1969-) en de Cubaanse Ioamnet Quintero (1972-) en later dat jaar wipte ze over 2m07. Dat wereldrecord werd pas veertien jaar later door de Zweedse Kajsa Bergqvist (1976-) verbeterd. Van 1989 tot 2001 was ze getrouwd met zwemmer Rainer Henkel (1964-), die in 1986 wereldkampioen 400 en 1500m vrije slag werd, waarmee ze twee kinderen kreeg. Uit haar volgend huwelijk met tienkamper Paul Meier (1971-) werd nog een dochter geboren. Na haar sportcarrière kreeg ze een job bij de Nationale Anti-Doping-Agentur Deutschland (NADA).
Gewichtheffen
Gewichtheffer Ronny Weller (1969-) haalde goud bij de zwaargewichten. Hij was drie keer wereldkampioen en verbeterde elf wereldrecords. Hij nam deel aan vijf Olympiades, waarin hij vier medailles veroverde. Op de Spelen van 2004 in Athene moest hij de strijd staken door blessure, op dat ogenblik woog hij 151kg84, droog aan de haak. Alles had nochtans aan een zijden draadje gehangen toen hij in 1989 bij een inhaalmanoeuvre met zijn auto tegen een boom knalde, waarbij zijn vriendin om het leven kwam en hijzelf in coma en met levensgevaarlijke verwondingen en ontzettend veel breuken in het hospitaal belandde. Dat hij het ongeval overleefde was voor de behandelende artsen een heus mirakel, vijftien maanden later hervatte hij de trainingen en al vlug behoorde hij opnieuw tot de wereldtop. Op het WK van 1991 haalde hij zilver en één jaartje later in Barcelona Olympisch goud. In 1993 won hij de wereldtitel bij de Superzwaargewichten, in 1995 en 1997 alleen die van het trekken.
Tennis
Goud voor de Duitse tennissers in het dubbelspel. Michael Stich (1968-), in 1991 winnaar op Wimbledon en Boris Becker (1967-), winnaar van de Australian Open 1991 en 1996, Wimbledon 1985, 1986 en 1989, Roland Garros 1987, 1989 en 1991 en de US Open 1989, versloegen in de finale het Zuid-Afrikaanse duo Wayne Ferrera (1971-) en Piet Norval (1970-). Michael Stich werkte nadien als tenniscommentator bij zowel de TV-zender BBC als radiozender BBC Radio 5 Live. Boris Becker van zijn kant heeft er een rits huwelijken en verhoudingen opzitten met onder meer Cassandra Hepburn (1976-), Barbara Feltus (1966-) met wie hij twee zonen had, Barbara Schett (1976-), Angela Ermakova (1984-) met wie hij een dochter had, Sabrina Setlur (1974-), Hevdi Nunez Gomez (1982-), Patricia Farameh (1973-), Caroline Rocher (1977-), Sandy Meyer-Wölden (1983-) en Lilly Kerssenberg (1982-) met wie hij een zoon had. Beroepshalve werd hij eigenaar van drie Mercedes garages, lid van de Raad van Bestuur van Völkl Tennis GmbH en medestichter van de Zwitserse vennootschap Boris Becker & Co. Daarnaast werd hij gevraagd voor reclame opdrachten van Mercedes, König Pilsener, DAS Rechtsschutzversicherung, internetprovider AOL en het online pokerportaal PokerStars. Becker was ook medestichter van de Cleven-Becker-Stiftung, voorzitter van de Laureus Sports for Good Foundation, stichtend lid van de Laureus World Sports Awards (de oscars van de sport zeg maar), lid van de raad van bestuur van FC Bayern München, woordvoerder van de Welt-Aids-Tages en lid van de raad van bestuur van de Elton-John-Aids-Stiftung. Ook trad hij voor de BBC en de Duitse zenders Premiere en Sport1 op als gastcommentator bij tenniswedstrijden. In 2004 werd hij moderator van de Talkshow Becker 1:1, die vrij vlug afgevoerd werd. Daarna presenteerde hij Sofaduell, een PlayStation Sport-Quiz. Bovendien werd hij columnist voor het Duitse Handelsblatt, het Zwitserse Blick en de Engelse The Times en was hij teamkapitein in het BBC programma They think it's all over. Met Boris-Becker.TV begon hij in mei 2009 een eigen videoplatform op het internet, waarop hij zijn eigen zienswijze gaf over private, beroepsmatige en maatschappelijke thema’s. In 2002 werd hij wegens valse belastingaangiften veroordeeld tot twee jaar cel en een boete van 500.000 Euro.
Hockey
Met 1-2 wonnen de Duitse mannen de hockeyfinale van Australië: Andreas Becker (1970-), Christian Blunck (1968-), Christian Mayerhöfer (1971-), Volker Fried (1961-), Andreas Keller (1965-), Carsten Fischer (1961-), Oliver Kurtz (1971-), Michael Hilgers (1966-), Michael Knauth (1965-), Stefan Tewes (1967-), Michael Metz (1964-), Sven Meinhardt (1971-), Klaus Michler (1970-), Christopher Reitz (1973-), Stefan Saliger (1967-) en Jan Peter Tewes (1968-).
Paardensport
Met zijn paard Classic Touch (1984-) won Ludger Beerbaum (1963-) zowel het individuele nummer als het ploegenklassement. Twaalf jaar later op de Spelen van Athene testte zijn toenmalig paard Goldfever (1991-) positief op het verboden middel Betamethason. UIteraard ontkende de Duitser het dopinggebruik maar het mocht niet baten. In september 2005 werd hij definitief gediskwalificeerd, waardoor de Duitse ploeg van de eerste naar de derde plaats tuimelde. De Duitsers moesten hun gouden medaille inleveren, maar de drie resterende ruiters kregen toch nog brons.
Met haar paard Rembrandt (1977-2001) won Nicole Uphoff (1967-) het dressuurnummer en met het Duitse team ook het ploegenklassement.
Kano
Birgit Fischer (1962-) won de 500m in het kajakken. De voormalige DDR-atlete was met acht gouden en vier zilveren medailles de meest succesvolle kanovaarster aller tijd. Daar bovenop kroonde ze zich ook 27 keer tot wereldkampioen in de K1, K2 en K4. Ze was gehuwd met kanovaarder Jörg Schmidt (1961-).
Kay Bluhm (1968-) en Torsten René Gutsche (1968-) wonnen zowel de K2 500m als de K2 1.000m. In totaal verzamelden ze drie Olympische Medailles en werden ze achtmaal wereldkampioen. Blum trouwde met Daniela Gleue (1973-), tweevoudig wereldkampioene K2 500m.
Ook goud voor de K4 1000m met Mario von Appen (1965-), Oliver Kegel (1961-), Thomas Reineck (1967-) en André Wohllebe (1962-), de C2 1.000m met Ulrich Papke (1962-) en Ingo Spelly (1966-) (foto).
Bij de vrouwen Olympisch goud voor Kajak twee 500m: Ramona Portwich (1967-) en Anke von Seck (1966-) in de K2 500m en de C1 Elisabeth Micheler (1966-) (foto), die in 1993 met de Britse slalom kanoër Melvyn Jones (1964-) trouwde.
Roeien
In het skiff-nummer verlengde Thomas Lange (1964-) zijn Olympische titel van Seoel 1988. Hij werkte nadien als chirurg in Ratzeburg.
André Willms (1972-), Andreas Hajek (1968-), Michael Steinbach (1969-) en Stephan Volkert (1971-) waren de besten in de dubbelvier.
Bij de vrouwen goud voor de dubbel twee Kerstin Köppen (1967-) en Kathrin Boron (1969-) (foto) en voor de dubbel vier Sybille Schmidt (1967-), Birgit Peter (1964-), Kerstin Müller (1969-) en Kristina Mundt (1966-).
Zwemmen
De veertienjarige Berlijnse Franziska van Almsick (1978-) haalde tweemaal zilver en tweemaal brons. In totaal won ze zes Olympische medailles, maar niet één keer goud, al hield ze meerdere wereldrecords.
Dagmar Hase (1969-) tikte als eerste aan in de 400m vrije slag. Bovendien haalde ze zilver over 200m rugslag en over 4 x 100m wisselslag. Drie jaar voordien, tijdens het EK van 1989 in Bonn had de pupil van trainer-coach Bernd Henneberg (1945-) haar internationale debuut al opgeluisterd met de titel op de 200 meter rugslag. Beroepshalve werd Hase reisagente.
Boksen
In het boksen won Andreas Tews (1968-) goud bij de pluimgewichten en Torsten May (1969-) was de beste bij de halfzwaargewichten. May bokste als amateur 155 gevechten, waarvan hij er 120 won.
Schermen
De mannenploeg Alexander Koch (1969-), Ulrich Schreck (1962-), Udo Wagner (1963-), Ingo Weißenborn (1963-) en Thorsten Weidner (1967-) won het floretnummer, de collega’s Elmar Borrmann (1957-), Robert Felisiak (1962-), Wladimir Resnitschenko (1965-), Uwe Proske (1961-) en Arnd Schmitt (1965-) waren de besten met de degen. Robert Felisiak was tot 1988 een Pool, Wladimir Resnitschenko tot 1990 een Rus, die naar Duitsland overliep na het WK van 1990 in Italië.
Schieten
Ralf Schumann (1962-) won goud in het onderdeel snelvuurpistool 25m. Vier jaar eerder had hij nog zilver gewonnen toen hij voor de DDR aantrad. In totaal verdiende hij zes Olympische selecties, die hem drie gouden en twee zilveren plakken opleverden. In 1990, 1995, 2000 en 2005 kroonde hij zich ook tot wereldkampioen.
Michael Jakosits (1970-) van zijn kant was de beste op het onderdeel ‘lopende schijf’. De Duitser van Hongaarse afkomst werd viermaal geselecteerd.
Wielrennen
Jens Fiedler (1970-) spurtte in Barcelona naar het goud, het jaar nadat hij zich bij de amateurs in die discipline tot wereldkampioen had gekroond. In 1993 waagde hij de overstap naar de profs met een eerste wereldtitel in 1995. In Atlanta hernieuwde hij zijn Olympische titel en in 1998 en 1999 won hij de wereldtitel keirin. Op de Spelen van Sydney stelde hij teleur met brons in de sprint en in keirin. De meest spectaculaire medaille won hij nochtans op het WK van 2001 in Antwerpen. Op een halve ronde van het einde kwakte hij samen met drie van de zes keirin finalisten tegen het canvas. Met een verhakkeld rijwiel liep hij over de meet en dat leverde hem brons op. De reglementen bepalen immers dat de renner met zijn fiets de meet moeten overschrijden. In 2004 op de Spelen van Athene veroverde hij goud in het sprintnummer per ploeg, samen met de teammaats René Wolff (1978-) en Stefan Nimke (1978-). Tijdens zijn afscheidstournee van 2005 werd hij in Manchester positief getest op het gebruik van amfetamine.
Guido Fulst (1970-), Michael Glöckner (1969-), Jens Lehmann (1967-), Stefan Steinweg (1969-) en Andreas Walzer (1970-) wonnen de ploegenachtervolging. In 2001 werd Fulst wegens het gebruik van cafeïne geschorst en veroordeeld tot een boete van 2.000 Zwitserse Frank.
De ploegentijdrit over 100km ging naar het kwartet Bernd Dittert (1961-), Christian Meyer (1969-), Uwe Peschel (1968-) en Michael Rich (1969-). Christian Meyer maakte tijdens de Giro van 1994 een zware smak en belandde in een rolstoel.
Petra Rossner (1966-), Duits kampioene van 1987 tot 2004, won op de baan de 3.000m achtervolging. Van 2004 tot 2009 woonde ze samen met de wielrenster Judith Arndt (1976-), waarmee ze een kind adopteerde, maar tijdens de Spelen van 2004 kwam Arndt op negatieve wijze in het nieuws.
Ze eindigde tweede in de wegwedstrijd en bij het overschrijden van de meet toonde ze de bekende middelvinger als protest tegen het feit dat haar partner Petra Rossner niet voor die Olympiade geselecteerd werd.
Worstelen
In de Grieks-Romeinse stijl goud voor halfzwaargewicht Maik Bullmann (1967-), die zich ook driemaal tot wereldkampioen kroonde en evenveel Europese titels verwierf.
Oeps, klein foutje
Bij het synchroonzwemmen maakte een jurylid een tikfout en vulde 8,7 als score in, in plaats van 9,7. Ze merkte haar fout meteen maar mocht ze niet meer herstellen. Hierdoor haalde de Canadese Sylvie Fréchette (1967-) geen goud maar zilver. Ruim een jaar later besloot het IOC om Fréchette de gouden medaille toch te geven. Later werd ze zwemcoach, designer en coach voor het synchroonzwemmen van het befaamde 'Cirque du Soleil', dat in 1988 de opening van het Bellagio hotel en casino in Las Vegas verzorgde.
Maar ook de Amerikaanse Kristen Babb-Sprague (1968-) mocht haar goud houden. Babb trouwde met de professionele baseballspeler Ed Sprague (1967-).
Voor het eerst
Vor het eerst profspelers in het voetbal, al was het aantal gelimiteerd tot drie die bovendien jonger dan 23 jaar moesten zijn.
Honkbal maakte voor het eerst deel uit van het officiële programma. Cuba won de titel.
Badminton en judo voor de vrouwen stonden eveneens voor het eerst op het Olympisch programma en wildwaterkanoën maakte na een afwezigheid van twintig jaar zijn rentree.
Taekwondo, rolhockey en pelotte basque waren dit keer de demonstratiesporten.
Voor het eerst ook professionele basketspelers. De Amerikaanse coach Chuck Daly (1930-2009) kon beroep doen op het beste team aller tijden: ‘The Admiral’ en ‘Twin Tower’ David Robinson (1965-; San Antonio Spurs; 2m16), ‘The Hoya Destroya’ Patrick Ewing (1962-; New York Knicks, Seattle SuperSonics, Orlando Magics; 2m13), ‘The Hick from French Lick’ en ‘Larry Legend’ Larry Bird (1956-; Boston Celtics, 2m06), Scottie Pippen (1965-; Chicago Bulls, Houston Rockets, Portland Trail Blazers; 2m03), ‘His Airness’ en ‘Air Jordan’ Michael Jordan (1963-, Chicago Bulls, Washington Wizzards; 1m98), ‘Clyde the Glide’ Clyde Drexler (1962-; Portland Trail Blazers, Houston Rockets; 2m01), ‘The Mailman’ Karl Malone (1963-; Utah Jazz, Los Angeles Lakers; 2m09), John Stockton (1962-; Utah Jazz; 1m85), Chris Mullin (1963-; Golden State Warriors, Indiana Pacers; 2m01), ‘Sir Charles’, ‘Prince Charles’, ‘The Chuckster’ en ‘The Round Mound of Rebound’ Charles Barkley (1963-; Philadelphia 76ers, Phoenix Suns, Houston Rockets; 1m98), Earvin ‘Magic’ Johnson Jr. (1959-; Los Angeles Lakers; 2m05) en Christian Laettner (1969-; Minnesota Timberlakes, Atlanta Hawks, Detroit Pistons, Dallas Mavericks, Washington Wizzards en Miami Heat; 2ml1). In acht wedstrijden bereikte het vijftal een gemiddelde van 117 gescoorde punten en niet éénmaal werd een time out aangevraagd. De openingswedstrijd tegen Angola werd met 116-48 gewonnen, al dachten de Angolezen nooit aan verdedigen maar probeerden ze zoveel mogelijk met de Amerikaanse vedetten op de foto te staan. De tweede partij tegen Croatië eindigde op 70-103, al traden de Croaten aan met de NBA spelers Drazen Petrovic (1964-1993) en Toni Kukoc (1968-). Duitsland met NBA ster Detlef Schrempf (1963-) kreeg 68-111 om de oren en Brazilië moest 127-85 slikken. Spanje tenslotte ging onder met 81-122. In de kwartfinales kreeg Puerto Rico het nakijken met 115-77, in de halve finale werd Litouwen met 76-127 wandelen gestuurd. In de finale tenslotte verpletterde het dream team Croatië met 117-85. Dank zij hun Olympische deelname mochten de Amerikanen onder mekaar verdelen dertig miljoen dollar aan publiciteitsopbrengsten. Coach Daly stierf in 2010 aan pancreas kanker.
Voor het eerst sedert de Spelen van 1960 mocht Zuid-Afrika opnieuw deelnemen. Met succes, in de 10.000 meter vochten de blanke Zuid-Afrikaanse Elana Meyer (1966-) en de Ethiopische Derartu Tulu (1972-) een bijzonder mooi duel uit. Na de overwinning van Tulu liepen beiden hand in hand een ereronde. Meyer verbeterde vier keer het wereldrecord van de halve marathon, een keer dat van de 15km en werd in meerdere loopnummers meer dan twintig keer Zuid-Afrikaans kampioen. In 2005 trok ze zich terug uit competitie.Tulu, 1m55 voor 44kg, was meteen ook de eerste Ethiopische die goud won. Op de Spelen van 1996 eindigde ze als vierde in haar favoriete 10.000m, maar vier jaar later in Sydney was het opnieuw goud en nog eens vier jaar later in Athene brons. In 2001 kroonde ze zich in Edmonton ook tot wereldkampioene in het nummer.
De Jamaicaan Raymond Stewart (1965-), die zevende finishte op de 100m, was de eerste man die zich in de 100m voor drie Olympische finales kon plaatsen. In 1984 en 1988 was hij zesde geëindigd. In 1984 had hij in Los Angeles zilver gewonnen met het estafetteteam 4 x 100m en tijdens het WK van 1987 in Rome finishte hij als tweede in de 100m en derde met de estafetteploeg 4 x 100m. Zijn persoonlijk record was 9.96. Na zijn sportieve carrière werd hij coach, maar in 2001 werd hij levenslang geschorst omdat hij doping had toegediend aan zijn atleten.
Paraskevi Patoulidou (1965-) werd de eerste Griekse die Olympisch goud won. In de finale van de 100m horden gaf ze iedereen het nakijken. Al kreeg ze een helpende hand van de Amerikaanse topfavoriete Gail Devers (1966-), die in die eindstrijd viel, terwijl een andere favoriete, de Russische Lyudmila Narozhilenko (1964-) in de halve finale sneuvelde. Patoulidou trouwde met de Griekse gewichtheffer Dimitrios Zarzavatsidis (1956-) en wierp zich in de Griekse politiek.
De Chinese Zhang Shan (1968-) versloeg vijftig mannen in het kleiduivenschieten. Zij was de enige vrouw in deze competitie en met 373 op 375 treffers won ze goud, verbeterde ze het Olympisch record en evenaarde ze het wereldrecord. Vier jaar later kon ze haar titel niet verdedigen, want het IOC besliste om geen vrouwen meer toe te laten op dit onderdeel.
De in Jamaïca geboren Brit Linford Christie (1960-) won de 100m in 9.87 en dook daarmee als eerste Europeaan onder de 10 seconden. Op 19-jarige leeftijd begon hij met atletiek en in 1988 kreeg hij in Seoel het zilver na de diskwalificatie van winnaar Ben Johnson (1961-) en achter Carl Lewis (1961-). In 1993 werd Christie in Stuttgart ook wereldkampioen op dat nummer en hij won zes keer een Europese titel. Na 1994 ging het bergafwaarts, op de Spelen van 1996 werd hij in de reeksen na twee valse starts gediskwalificeerd. Trainen was nu eenmaal zijn favoriete bezigheid niet. In 1999 testte hij positief op Androlon tijdens een indoormeeting in Dortmund, de concentratie in zijn urine overtrof honderdmaal de toegelaten dosis. De IAAF schorste hem twee jaar waardoor hij in 2000 niet naar de Spelen van Sydney kon. Christie werd voordien meerdere jaren van doping verdacht, maar nooit betrapt. Na het zilver van Seoel vond men sporen van pseudo-efidrine in zijn urine. De jury aanvaardde zijn uitleg dat dit door het eten van Ginseng kwam.
Verrassing van formaat
De grootste verrassing werd in het polsstokspringen genoteerd. De Oekraïner Sergej Boebka (1963-), die al dertigmaal het wereldrecord verbeterde, geraakte niet over de aanvangshoogte. Goud ging naar de andere Rus Maksim Tarasov (1970-).
Derde generatie
Andreas Keller (1965-) won goud met de Duitse hockeyploeg en was de derde van zijn familie die een Olympische medaille won. In 1936 behaalde grootvader Erwin (1905-1971) zilver in Berlijn en vader Carsten (1939-) won in 1972 goud in München. In 2004 was stiefzuster Natascha (1967-) goed voor hockeygoud en stiefbroer Florian (1981-) haalde hockeygoud in 2008.
Onzedig
De Algerijnse atlete Hassiba Boulmerka (1968-) won de 1.500m bij de vrouwen, maar kreeg in eigen land bakken kritiek over zich heen omdat ze het gewaagd had om voor tienduizenden toeschouwers met blote benen te lopen. Toen ze nadien in Algerije tijdens het trainen bespuwd werd en ze zelfs met stenen bekogeld werd, week ze uit naar Europa waar ze verder bouwde aan haar carrière.
De jongste
Met zijn elf jaar was Carlos Front (1980-) de jongste deelnemer van de Spelen, de Spanjaard was stuurman bij het roeien in de acht met stuurman.
56 jaar later
In de marathon schreef Young-jo Hwang (1970-) geschiedenis voor Korea. Zijn zege kwam 56 jaar na de winst van landgenoot Kee-Jung Sohn (1912-2002) in de marathon van Berlijn. Die liep toen echter als Japanner en was in Barcelona de trainer van de Koreaanse marathonploeg.
Record
De Canadese ruitster Christilot Hanson-Boylen (1947-) nam deel aan haar zesde Olympiade, waarmee ze het record brak van 28 jaar competitie.
De meest succesvolle atleten
Het Russische team was goed voor 112 medailles, waarvan 45 gouden, de Verenigde Staten verzamelden er 108 en Duitsland 82. In totaal konden 64 landen met goud naar huis, het hoogste aantal ooit. Ook gastland Spanje deed het met 22 ereplakken meer dan behoorlijk, nooit voordien was hun oogst zo groot geweest.
De Rus Vitaly Tsjerbo (1972-) won zes keer goud en zelfs vier keer op één dag. In zijn hele carrière verzamelde hij tien Olympische titels. In 1997 brak Tsjerbo zijn hand bij een motorongeluk, waarop hij het turnen voor bekeken hield.
Met overwinningen in het verspringen en de 4 x 100m bracht Carl Lewis (1961-) zijn totaal op acht gouden medailles. Zijn grootste voldoening was dat hij met een sprong van 8m67 landgenoot Mike Powell (1963-) met drie centimeter klopte in het verspringen. Ook het brons ging naar Amerika, Joe Greene (1967-) wipte naar 8m34, dertig cm minder dan Powell. Greene huwde en scheidde van de Duitse verspringster Susen Tiedtke (1969-), die in 1991 7m00 sprong, maar op de twee Olympische Spelen waaraan ze deelnam nooit op het podium geraakte. Zij was de dochter van Ingrid Tiedtke, in 1966 DDR kampioene 100m en een nicht van tienkamper Manfred Tiedtke (1942-).
Evelyn Ashford (1957-) won in de 4 x 100m een vierde gouden medaille. Ze was meervoudig Amerikaans kampioene en nam viermaal deel aan de Spelen. Op de 100m verbeterde ze het wereldrecord tweemaal.
Bij de vrouwen liep vooral Gail Devers (1966-) in de kijker. Enkele jaren voordien had men haar definitief afgeschreven, een tumor van de schildklier zorgde voor een enorme lijdensweg. Op zeker ogenblik was het zo ernstig dat men een voetamputatie overwoog, maar dank zij de juiste zorgen kwam ze er bovenop. Devers was de eerste atlete die de 100m combineerde met de 100m horden. Die 100m zorgde overigens een close finish, met drie op één lijn overschreden ze de meet. De fotofinish gaf de winst aan Devers met 6/1000ste verschil op de Jamaïcaanse Juliet Cuthbert (1964-) en de Russische Irina Privalova (1968-). Toen ze aan de leiding lag in de finale van de 100m horden struikelde Devers over de laatste horde, waardoor de Griekse Voula Patoulidou (1965-) totaal onverwacht won en Devers een unieke dubbel miste. Het jaar nadien op het WK opnieuw een close finish, dit keer werd Merlene Ottey (1960-) naar de tweede plaats verwezen en nu won Devers de 100m horden wel. Op de Spelen van 1996 in Atlanta een heruitgave van de WK finale 1993. Ottey en Devers kregen dezelfde tijd toegekend, maar de jury gaf het goud aan Devers. In 2005 stopte ze met atletiek om een kind te krijgen. In 2006 kwam ze even terug, maar de geboorte van een tweede baby betekende het einde van haar sportcarrière. Zonder twijfel gaat ze de geschiedenis in als de atlete met de langste nagels.
Achtste Olympiade voor de Oostenrijkse zeiler Hubert Raudaschl (1942-) en vier jaar later zelfs een negende.
Moedig
Derek Redmond (1965-), de Britse favoriet op de 400m, kwetste zich in de halve finale op 150m van de meet. Ondanks hevige pijnen huppelde hij verder. Vader Jim wipte over de afsluiting om zoonlief te helpen. Enkele meters voor de meet liet hij hem los waarop Redmond onder daverend applaus de wedstrijd beëindigde.
Hier is uw medaille
Nadat hij bij de half-zwaargewichten het brons omhangen kreeg stapte de Russische gewichtheffer Ibragim Samadov (1968-) van het podium en keilde hij zijn ereplak tegen de grond waarna hij boos wegwandelde. Samado haalde 340kg, evenveel als de Griekse winnaar Pyrros Dimas (1971-) en de Pool Krzysztof Siemion (1966-), winnaar van het zilver, maar bij het wegen bleek hij eentiende van een pond zwaarder dan zijn beide opponenten. Bovendien zouden de Griekse supporters hem gehinderd hebben toen hij een kilo meer wilde doen dan zijn tegenstrevers. Het IOC kon er niet mee lachen, het schorste hem en hij moest de medaille inleveren.
Ei zo na een record
In de halve finale van de 200m klokte de Amerikaan Mike Marsh (1967-) af na 19.73, één honderdste boven het wereldrecord van de Italiaan Pietro Mennéa (1962-2013). Later won hij de finale en was hij ook de beste met het estafetteteam de 4x100m.
Doping
De Amerikaanse hamerslingeraar Jud Logan (1959-) verloor zijn vierde plaats nadat hij positief testte op Clenbuterol.
In mei vloog Detlef Hofmann (1963 -) tegen de lamp, de Duitse kanospecialist testte positief op testosteron en werd om die reden uit de Olympische selectie geweerd.
In de voorbereiding op de Spelen werd bij Astrid Strauss (1968-) een testosterongehalte van 12,6 gevonden, meer dan het dubbele van de toegelaten 6,0. Waarvoor de DDR zwemster lange tijd geschorst werd en daardoor haar Olympische titel 800m vrije slag van vier jaar voordien niet verdedigen kon. Zelf zocht ze de oorzaak van dat hoge gehalte in het nuttigen van een grote aardbeibowl.
De Engelse sprinter Jason Livingston (1971-) werd nog voor aanvang van de Spelen huiswaarts gestuurd nadat men in zijn urine sporen van steroïden had gevonden. Eerst schreeuwde hij zijn onschuld uit maar later bekende hij het gebruik en kwam hij na een schorsing van vier jaar terug in competitie. In 1999 liep hij met 21.39 een persoonlijk record op de 200m.
De Nigeriaanse Charity Opara (1972-), medaillekandidate op de 400m, mocht na een positieve controle niet aan de Spelen deelnemen. Ze kreeg vier jaar schorsing.
Ook landgenote en verspringster Chioma Ajunwa (1970-) leverde een positief plasje af waardoor ze vier jaar lang vanop de zijlijn mocht toekijken. In 1996 maakte ze haar comeback op weergaloze wijze. Tijdens de Spelen van Atlanta won ze het verspringen met een sprong van 7m12 en versloeg ze de Italiaanse Fiona May (1969-) en de torenhoge Amerikaanse favoriete Jacky Joyner-Kersee (1962-).
De Russische Madina Biktagirova (1964-) eindigde vierde in de marathon. Na aankomst wees de urinetest uit dat ze dat met behulp van norefidrine had gedaan en werd ze gediskwalificeerd. Ze was de eerste marathonloopster die positief testte.
De Amerikaanse kogelstootster Bonnie L. Dasse (1959-) werd tijdens de Spelen gepakt op het gebruik van Clenbutorol en daarvoor uitgesloten van verdere deelname.
Voor het eerst in de geschiedenis drie voormalige dopingzondaars op het schavot van het kogelstoten.
De Amerikaan Michael Stulce (1969-) won het nummer met 21m70. Wegens het gebruik van anabole steroïden werd hij in 1990 levenslang geschorst, maar na twee jaar mocht hij de competitie hervatten. Hij kwalificeerde zich voor de Spelen van Barcelona die hij won. Een jaartje later op het WK in Stuttgart haalde hij met een worp van 20m94 brons. De dopingtest nadien viel opnieuw positief uit. Weg medaille en nu levenslang geschorst.
James Doehring (1962-) was in 1988 al eens betrapt op het gebruik van testosteron, wat de Amerikaan in 1989 ook toegaf tijdens een interview. Het leverde hem twee jaar schorsing op. Begin 1992 werd hij tot 125 uur sociaal werk veroordeeld wegens het dealen van amfetamine. Toch won hij op de Spelen van Barcelona zilver in het kogelstoten.
De Rus Vyacheslav Lykho (1967-) eindigde in 1990 derde op EK van Split, maar verloor die medaille en kreeg drie maanden schorsing wegens het gebruik van methamfetamine. In Barcelona werd hij derde, op amper twee centimeter van het zilver.
Zonder doping ging het niet
Na zijn dopingschorsing van vier jaar waagde de Canadese sprinter Ben Johnson (1961-) zich aan een comeback, maar hij sneuvelde in de halve finale van de 100m.
Verrassende winnares
In de finale van het vrouwentennis versloeg Jennifer Capriati (1976-) de Duitse Steffi Graf (1969-). De Amerikaanse was slechts twee jaar prof, stapelde de successen op, maar kon nadien de druk niet aan. In 1994 verdween ze van de velden, overmand door drugsperikelen en privé problemen. Twee jaar later lukte ze een comeback en werd ze opnieuw een topper. Ooit had ze een relatie met de Belgische tennisser Xavier Malisse (1980-), die dat omschreef als “de grootste vergissing van mijn leven.”
Combine
In de 10.000m werden de Kenianen het slachtoffer van een Marokkaanse combine. Hammou Boutayeb (1956-) liet zich moedwillig een ronde dubbelen om landgenoot Khalid Skah (1967-) hand- en spandiensten te verlenen in zijn duel met Richard Chelimo (1972-2001). Boutayeb duwde de Keniaan verschillende keren en sneed hem tweemaal de pas af. Skah werd prompt gediskwalificeerd, ging daartegen in beroep en mocht uiteindelijk zijn titel behouden. De dag nadien tijdens de medaille uitreiking werd de Marokkaan door het voltallige publiek uitgejouwd, terwijl Chelimo een staande ovatie kreeg. Chelimo, die op 29-jarige leeftijd aan een hersentumor overleed, was de neef van drievoudige wereldkampioen 3.000 steeple Moses Kiptanui (1970-) en de broer van Ismael Kirui (1975-) tweevoudig wereldkampioen 5.000m. Skah van zijn kant trouwde de Noorse interieurontwerpster Anne Cecilie Hopstock en werd in 1995 ook Noors staatsburg.
Prestaties van de Belgen
Zilver voor roeister Annelies Bredael (1965-) in de enkel scull.
Baanrenner Cédric Mathy (1970-) finishte als derde in de puntenkoers. Mathy trouwde met wielrenster Kristel Werckx (1969-), die in Barcelona zowel aan de wegrit als aan de 3.000m achtervolging deelnam.
Judoka Heidi Rakels (1968-) haalde brons bij de middelgewichten. Ze werd elf maal Belgisch kampioen. De Maasmechelse studeerde af als burgerlijk ingenieur computerwetenschappen, stopte in 2004 met het topsport en startte twee bedrijven, eentje voor tuinaanleg een tweede voor software ontwikkeling.
Zwemmen
Bij het zwemmen streden 641 deelnemers uit 92 landen om 31 Olympische titels.
Een Russische dominantie in de vrije slag met tweemaal goud en tweemaal zilver voor Alexander Popov (1971-) en drie overwinningen van Yevgeny Sadovyi (1973-)
Door zijn schitterende zwemstijl wekte Alexander Popov (1971-) steeds opnieuw de indruk dat zwemmen een makkie is en helemaal geen inspanningen vraagt. In de jaren '90 domineerde Popov het sprintgebeuren, het leverde hem de bijnaam 'The Russian Rocket' op. In de finale van de 100m lag hij halfweg nog op de zesde plaats, maar een verscheurende eindsprint leverde goud op. Twee dagen later leidde de Rus in de 50m van start tot finnish. Vier jaar later in Atlanta vernieuwde de ‘Czar’ zijn titel van het koninginnennummer, een kleine tempoversnelling in de laatste 15 meter volstond om Gary Hall Jr (1974-) naar de tweede plaats te verwijzen. Twee dagen later een nieuw duel met Hall, maar ook in die 50m vrij was de Rus de sterkste. In beide estafettes haalde hij zilver. Een maand na de Spelen werd hij in Moskou neergestoken op straat, het mes boorde zich vijftien cm in zijn maag en raakte ook zijn longen. Hij recupereerde echter snel en won het WK van 1998. In 2000 op de Spelen van Sydney finishte hij als tweede op de 100m vrije slag, een zekere Pieter Van den Hoogenband (1978-) gaf hem het nakijken. In 1993 verhuisde Popov met familie en coach naar het Australische Canberra, in 2003 vestigde hij zich echter definitief in Zwitserland, waar hij voor het horlogemerk Omega ging werken, dat hem jarenlang gesponsord had. In mei 2009 werd hij ook opgenomen in de Raad van Beheer van Adidas.
De Rus Yevgeny Sadovyi (1973-) won de 200 en 400m vrije slag en met het estafetteteam ook de 4 x 200m vrije slag. Met 3.45.00 verbeterde hij het wereldrecord van de 400m met meer dan één seconde en ook in de estafette werd met 7.11.95 een nieuwe wereldtijd genoteerd.
Omdat hij zich niet voor de Spelen van 1988 kon kwalificeren, stopte Pablo Morales (1964-) met zwemmen. Drie jaar later, na de dood van zijn moeder, maakte de Amerikaan een come-back. Met succes, want in Barcelona was hij niet alleen teamkapitein maar won hij ook goud op de 100m vlinder. Na zijn sportcarrière werd hij zwem- en duikcoach van de vrouwenploeg van de University of Nebraska.
De Canadees Mark Tewksbury (1968-) was de beste over 100m rug en veroverde met de estafetteploeg brons in de 4 x 100m wisselslag. Met 21 nationale titels werd hij in eigen land vier keer uitgeroepen tot 'Zwemmer van het Jaar'. Hoewel hij in het Canadese Calgary geboren werd groeide hij op in Dallas. In 1998 'outte' hij zich als eerste Canadese sporter voor zijn homoseksuele geaardheid. Hij werd meteen ook een prominent voorvechter van de rechten voor holibi's en was één van de stuwende krachten achter de Gay Games.
Krisztina Egerszegi (1974-) veroverde drie keer goud. De Hongaarse verlengde haar Olympische titel 200m rugslag van vier jaar voordien, won nu ook de 100m rugslag en was de beste over 400m wisselslag. Vier jaar later in Atlanta won ze die 200m rugslag opnieuw wat haar totaal op vijf gouden medailles bracht. Zij hield ook de wereldrecords over 100 en 200m rugslag en die laatste in 1991 gezwommen besttijd werd pas zestien jaar later door Kirsty Coventry (1983-) uit Zimbabwe verbroken.
Nicole Haislett (1972-) won de 200m vrije slag en de estafette 4 x 100m vrije slag. Het jaar voordien had ze in Perth de wereldtitel in het koninginnennummer gewonnen, waarmee ze de eerste niet Oost-Duitse was om die titel binnen te halen.
Summer Sanders (1972-) was de beste over 200m vlinderslag en hielp de Amerikaanse ploeg goud winnen op de 4 x 100m wisselslag. Daaraan voegde ze zilver toe in de 200m en brons in de 400m wisselslag. Meteen de meest gekroonde zwemster van de Spelen. Het jaar voordien op het WK in Perth had ze dezelfde oogst binnengehaald. Na de Spelen van Barcelona stopte ze met zwemmen, deed toch nog een ultieme poging om zich voor de Spelen van 1996 te plaatsen maar dat lukte niet. Ze werd sportverslaggeefster bij Fox Sports Net en acteerde in twee films en meerdere TV-series. In 1997 trouwde ze Mark Henderson (1969-), tijdens de Spelen van 1996 goud op de 4 x 100m wisselslag. Het huwelijk duurde drie jaar waarna ze in 2005 hertrouwde met de skiër Erik Schlopy (1972-).
Het zwemtalent van Franziska van Almsick (1978-) werd ontdekt toen ze amper vijf jaar oud was. Op 14-jarige leeftijd leverde haar dat vier medailles op tijdens de Spelen van Barcelona, zilver in de de 4 x 100m wisselslag en de 200m vrije slag, die ze nipt verloor van de Amerikaanse Nicole Haislett (1972-), brons in de 100m en 4 x 100m vrije slag. Datzelfde jaar verbeterde ze het wereldrecord 50m vrije slag, één jaar later veroverde ze zes gouden plakken op het EK. Het WK van 1994 werd echter de grote doorbraak van Goldfish Franzi, goud in de 200m vrije slag en met 1.56.78 werd het acht jaar oude wereldrecord naar de archieven verwezen. Alles had nochtans aan een zijden draadje gehangen, Franzi kon zich met een negende tijd in de halve finale immers niet voor de eindstrijd plaatsen. Clubmaatje Dagmar Hase (1969-) haalde de finale wel, maar stond haar plaats genereus af, met het gekende gevolg. In 1996 op de Spelen van Atlanta moest Franzi de Costaricaanse Claudia Poll (1972-) laten voorgaan in haar favoriete 200m vrije slag, een zware teleurstelling voor de grote titelkandidate. En ook dit keer geen goud: zilver op de 4 x 200 m vrije slag, brons op de 4 x 100m wisselslag. In 2000 op de Spelen van Sydney haalde ze enkel de bronzen plak in de 4 x 200m vrije slag. De Duitse media keerden zich tegen haar en ze kreeg zelfs de weinig flaterende bijnaam 'Franzi van Speck'. Het leek het begin van het einde, maar Van Almsick kwam terug. Op het EK in eigen land veroverde ze vijf keer goud en verbeterde ze haar eigen acht jaar oude wereldrecord van de 200m vrije slag. Daarmee wierp ze zich opnieuw op tot topfavoriete voor de Spelen van 2004 in Athene, maar ook waar was de oogst van twee keer brons in beide estafettenummers opnieuw minder dan verwacht. Bij haar afscheid in 2004 kon ze achttien verschillende titels voorleggen met verschillende wereldrecords en Europese records, maar jammer genoeg geen enkele keer Olympisch goud. Ze woonde vier jaar samen met handballer Stefan Kretzschmar (1973-), een vaste pion in het Duitse team die heel wat opzien baarde met zijn vele piercings en tatouages.
In 2005 verliet ze hem om met de twintig jaar oudere Duitse ondernemer Jürgen Harder (1960-) te gaan samenwonen. Begin 2007 beviel ze van diens zoon Hugo. Tijdens haar zwemcarrière was ze al dikwijls als fotomodel gevraagd, na het zwemmen legde ze zich daar volledig op toe. Ze werd door de ARD als co-presentator van zwemwedstrijden gevraagd en bij RTL was ze in 2006 zelfs presentatrice van de formule 1. Van zichzelf getuigde ze:
"Ich bin die Unvollendete', vrij vertaald: 'ik ben de onvoltooide'.
De 1m58 grote Fu Mingxia (1978-) won het torenspringen en met dertien jaar was ze de tweede jongste deelneemster ooit die goud won. Vier jaar later in Atlanta lukte ze zelfs de dubbel 3m-plank en toren en nog eens vier jaar later in Sydney was ze opnieuw de beste vanop 3 meter en haalde ze zilver in het nieuwe nummer synchroonduiken. Daar bovenop kroonde ze zich in 1991 in Perth en in 1994 in Rome tot wereldkampioene torenspringen.